Vrijheid
Vrijheid! Geef ons meer vrijheid! Dat is overal de roep van onze tijd!
Jonge mensen willen vrij zijn van de conventionele banden met hun ouders. Zij zoeken dit in verandering van kleding- en levensstijl. Zij dragen opzichtige kledij. Sommigen gebruiken verdovende middelen en prediken een vrij seksueel verkeer. Zij verklaren hiermee vrij te zijn, vrij van hun ouders, vrij van al de gevestigde normen, vrij van alle verantwoordelijkheid. Zij voelen zich zo vrij als een vogel in de lucht.
Zijn ze dan werkelijk vrij? Helemaal niet! Het zal deze mensen misschien verbazen te lezen dat ze nog altijd slaven zijn. Ja, zij zijn nog grotere slaven geworden dan voorheen.
De eeuwen-oude waarheid is hun ontgaan: "Door wie men overmeesterd is, diens slaaf is men" (2 Petrus 2:19).
Zo kan men zijn lichaam ten dienste stellen van onreinheid en wetteloosheid, en dan is men vrij van gerechtigheid en reinheid! Of, men kan bevrijd zijn van onreinheid en wetteloosheid, en dan staat men in dienst van de gerechtigheid (Romeinen 6:16-23).
De grote vraag is: "Waarvan moet elkeen bevrijd worden? Wat maakt ieder mens het meest tot slaaf? Waarvan kan men het moeilijkst vrijkomen?"
Het antwoord is: Van de zonde en de dood! Alle wantoestanden op aarde, alsook de dood, zijn gevolgen van de zonde. Daarom is men reeds tijdens het leven 'dood' als men in zonde leeft (Efeziërs 2:1-5). De dood is trouwens het loon van de zonde (Romeinen 6:23). Daar geen enkel mens zonder zonde is, is de dood ook voor alle mensen de heer en meester (Romeinen 5:12). Geen enkel onvolmaakt mens kan een ander onvolmaakt mens hiervan vrijmaken.
Is het dan niet mogelijk vrijgemaakt te worden? Toch wel! En dat is pas de WERKELIJKE vrijmaking! Deze bevrijding dient iedereen na te jagen. Dat dit mogelijk is toont de Apostel Paulus aan, wanneer hij aan christenen schrijft: "Maar thans, vrijgemaakt van de zonde en in dienst van God gekomen, hebt gij tot vrucht uw heiliging en als einde het eeuwige leven" (Romeinen 6:22).
Hoe krijgt men deze WARE vrijheid? Door Jezus Christus onze Heer! "En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige; en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld" (1 Joh. 2:1,2).
Iedereen die een slaaf is van de zonde, is in de macht der duisternis. Christenen hebben echter DE BEVRIJDING ontvangen. "Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het koninkrijk van de Zoon zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden" (Kol. 2:13,14).
De weg daarheen is door niets anders dan door het bloed van Jezus Christus. "Want ook Christus is éénmaal om de zonden gestorven als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen: Hij, die gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar de geest" (1 Petrus 3:18).
Wil dit nu zeggen dat iedereen zonder enige voorwaarde van zijn zonden wordt vrijgemaakt? Neen, zéér zeker niet! Jezus zelf zei: "Ik heb u dan gezegd, dat gij in uw zonden zult sterven; want indien gij niet gelooft, dat Ik het ben, zult gij in uw zonden sterven" (Johannes 8:24).
Geloof is noodzakelijk, maar geloven is slechts het begin. Er zijn andere voorwaarden ook: "Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken" (Johannes 8:31,32). Men moet in het woord van Christus blijven. Iemand die dit niet doet, wordt nooit vrijgemaakt. Ja, hij blijft een slaaf van de zonde en daardoor van de dood (Joh. 8:33,34).
De Joden uit Jezus' tijd dachten dat zij in vrijheid leefden. Zij beseften niet dat ze eigenlijk slaven van de zonde waren.
Nu, ongeveer 2000 jaar later, is de toestand nog vrijwel dezelfde. Niet alleen de meeste Joden, maar ook de meeste niet-Joden, weigeren te bekennen dat zij Jezus Christus als Bevrijder nodig hebben. Zij zijn te trots om zich tot Christus te bekeren en zich op basis van geloof in Hem te laten dopen tot vergeving van hun zonden, zoals 3000 mensen dat wel deden toen Petrus op de Pinksterdag tot hen sprak (Handelingen 2:37-41).
Nochtans, wanneer men zich door de Zoon van God laat vrijmaken, dan pas zal men WERKELIJK vrij zijn (Joh. 8:36).
Niet alleen kunnen zonde en dood overwonnen worden, maar zelfs de slavernij van de vergankelijkheid van deze wereld zal eenmaal verdwijnen (Rom. 8:21-23).
Wie door Christus is vrijgemaakt, wordt slaaf van Christus. Zijn 'juk' is echter zacht (Matteüs 11:30). Maar zij die weigeren Christus te dienen, zijn slaven van de zonde en de dood, slaven der wetteloosheid, slaven van hun vleselijke verlangens.
De 'natuurlijke mens' heeft de gezindheid van het vlees. Christenen daarentegen hebben de gezindheid van de Geest. Het eerste brengt de dood; het tweede brengt het eeuwige leven (Rom. 8:1-11).
Juist doordat christenen door de Geest des Heren worden geleid, zijn ze werkelijk vrij. Want "waar de Geest des Heren is, is vrijheid" (2 Kor. 3:17). Mensen die zich NIET door de Geest laten leiden zijn nog in slavernij. Zij zijn vleselijk en niet geestelijk. Zij moeten de werkelijke vrijheid missen!
Vele mensen hebben hierover een verkeerd denkbeeld. Wanneer zij over 'vrijheid' spreken, bedoelen zij in werkelijkheid 'wetteloosheid' of 'losbandigheid'! Velen menen dat vrijheid bestaat in de afwezigheid van enige wetgeving of enig gebod. Voor hen is het begrip 'vrijheid' een dekmantel om te leven naar eigen lusten en om hun dierlijk verlangens de vrije teugel te geven. Zonder het zelf te beseffen, worden ze dientengevolge grote slaven van de zonde en de dood.
Juist daarom is Christus gestorven, om ons van deze grote vijanden der mensheid te bevrijden. Dit betekent niet dat christenen onder geen enkele wet staan! Al is het waar, dat Christus ons door zijn bloed heeft vrijgekocht van de wet van het Oude Verbond uit voorschriften en geboden bestaande (Gal. 3:10-14; 4:3-5; 1 Kor. 3:7-11), toch betekent dit niet dat christenen helemaal geen wet hebben.
Paulus moedigt iedereen aan, zich onder de wet van Christus te stellen. Wanneer een christen vrijwillig en uit liefde andermans moeilijkheden helpt dragen, dan leeft hij volgens de wet van Christus (Gal. 6:2). Deze 'wet van Christus' wordt ook 'wet der vrijheid' genoemd. "Wie zich verdiept in de volmaakte wet, DIE DER VRIJHEID, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijke dader, die zal zalig zijn in zijn doen" (Jak. 1:25). Het navolgen van deze 'wet der vrijheid' leidt tot geluk.
Hiermee wordt aangetoond dat 'wet' en 'vrijheid' geen vijandige tegenpolen zijn, zoals velen, die graag als slaven van wetteloosheid leven, beweren! Deze 'wet van Christus' of 'wet der vrijheid' is bovendien 'een koninklijke wet' omdat deze een positieve wet is, ja, de 'wet der liefde'! Mensen die zich door deze wet der vrijheid laten leiden zijn vrij van onbarmhartigheid en wreedheden. Deze koninklijke wet der vrijheid leert ons barmhartig te zijn (Jak. 2:8-13).
Daar een christen vrijgemaakt is van zonde en dood is hij waarlijk vrij! Hij is ook iemand die zich geen menselijke geboden door religieuze leiders behoeft te laten opleggen, zoals "raak niet, smaak niet, roer niet aan" (Kol. 2:21). Ook daarvan heeft Christus ons vrijgemaakt! Het zijn slechts geboden van mensen die voorbijgaan; al staat het ook in een roep van wijsheid, toch is het een eigendunkelijke godsdienst die alleen maar dient tot bevrediging van het vlees (Kol. 2:20-23 en 1 Tim. 4:1-5).
Desondanks, blijven vele wereldse godsdienstige instellingen en zogenaamde christelijke kerken veel tijd en energie besteden aan het doorgeven van zulke geboden! Zij leggen de mensen een slavenjuk op en brengen hun helemaal niet de werkelijke vrijheid in Christus! Daarom waarschuwt Paulus ons in Galaten voor dit soort slavernij! Ook in die tijd waren er sommigen die christenen wilden verplichten zich aan geboden te houden waarvan God hen in Christus had vrijgemaakt. Daarom schreef Paulus: "Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen" (Galaten 5:1).
Uit deze buitengewone vrijheid in Christus spruit wel een gevaar, namelijk het gevaar deze vrijheid in Christus te misbruiken. Iemand zou kunnen denken dat aangezien Christus hem van de zonde en de dood heeft bevrijd, hij dan wel de zonde mag beoefenen! Hij kan de mening toegedaan zijn, dat hij steeds weer op Christus' bloed tot vergeving en verlossing kan blijven beroep doen, hoewel hij volgens vleselijke, zondige normen blijft leven.
Dit is een verkeerd idee, leidende rechtstreeks tot nieuwe slavernij tot de zonde met de eeuwige dood tot gevolg. Zulk een levenswijze is in strijd met onze koninklijke wet der vrijheid, deze van liefde tot God en tot onze naaste! Zulke mening brengt een christen volledig in het spoor van een wereldse slaaf der zonde die onder het woord 'vrijheid' losbandigheid verstaat! Daarom waarschuwt Paulus voor zulk een denkwijze: "Gij zijt geroepen, broeders, om vrij te zijn; gebruikt echter die vrijheid niet als een aanleiding voor het vlees, maar dient elkander door de liefde" (Galaten 5:13).
Ook Petrus schrijft hierover. Hij spoort gelovigen aan goed te doen "als vrijen, en niet als mannen, die de vrijheid misbruiken tot dekmantel voor hun kwaadwilligheid, maar als dienaren Gods" (1 Petrus 2:16).
Christenen hebben de ware vrijheid. Zij zijn vrij van de slavernij aan de zonde. Zij zijn vrij van de slavernij aan de dood, want zoals God Christus heeft opgewekt, zo zal God ook hen opwekken (1 Korintiërs 15:12-23).
Iedereen die de WAARHEID en de WERKELIJKE VRIJHEID liefheeft, dient zich thans tot Christus te bekeren, in Hem te geloven, zich te laten dopen tot vergeving van zijn zonden, om daarna te blijven "volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden" (Hand. 2:37-42).
Richard Amssoms
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de Nieuwe Vertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 1951 (tenzij anders aangeduid).