Van welke gemeente is Christus het Hoofd?
"En Hij heeft alles onder zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven al wat is, gegeven aan de gemeente, die zijn lichaam is, vervuld met Hem, die alles in allen volmaakt" (Efeziërs 1:22,23).
Christus is Hoofd, niet slechts van de gemeente, maar zelfs boven al wat is: "boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw" (Efeziërs 1:21).
Net vóór zijn hemelvaart zei Jezus: "Mij is gegeven alle macht in hemel en op [de] aarde" (Matteüs 28:18).
"Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping, want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; en Hij is vóór alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem; en Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente" (Kolossenzen 1:15-18).
Christus is het Hoofd van het lichaam, de gemeente. In de Schrift lezen wij dat er slechts één lichaam van Christus is.
"Als gevangene in de Here, vermaan ik u dan te wandelen waardig der roeping, waarmede gij geroepen zijt, met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen, en u te beijveren de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes: één lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping, één Here, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen" (Efeziërs 4:1-5).
Er is één lichaam! Uiteraard zijn er meerdere plaatselijke gemeenten van Christus. Maar in algemene zin is er slechts één gemeente waarvan Christus het Hoofd is. Waar vinden wij nu de leden van het lichaam van Christus? Welke is die ene gemeente?
Het antwoord vinden wij o.a. in deze tekst. Die ene gemeente waarvan Christus het Hoofd is, is de gemeente die de ene God op basis van het ene geloof vereert en die met de ene doop gedoopt is!
"Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, één lichaam vormen, zo ook Christus; want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt" (1 Korintiërs 12:12,13).
Een gemeente met een hoofd naast of in de plaats van Christus, is niet de gemeente van Christus. Een gemeente met een geloof anders dan het geloof dat de heiligen eenmaal is overgeleverd (Judas 3), is niet de gemeente van Christus. Een gemeente met een doop anders dan deze ene doop, is niet de gemeente van Christus.
De gemeente waarvan Christus het Hoofd is, houdt zich aan de waarheid. "Dit schrijf ik u, hoewel ik vrij spoedig tot u hoop te komen. Mocht ik nog uitblijven, dan weet gij, hoe men zich behoort te gedragen in het huis Gods, dat is de gemeente van de levende God, een pijler en fundament der waarheid" (1 Timoteüs 3:14,15).
De gemeente waarvan Christus het Hoofd is, is een pijler en fundament van de waarheid. Betekent dit dat die gemeente zelf nieuwe leerstellingen mag ontwikkelen en nieuwe 'waarheden' mag verkondigen? Zeker niet. Hoe weten wij hoe wij ons in de gemeente moeten gedragen? Door de Heilige Schrift, zoals b.v. deze brief van Paulus.
De gemeente waarvan Christus het Hoofd is, gedraagt zich overeenkomstig het woord van God.
Wat was het gevolg toen Gods woord door Petrus werd verkondigd: "Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd. En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden" (Handelingen 2:41,42).
De gemeente waarvan Christus het Hoofd is, bestaat uit gelovigen die zich hebben laten dopen in de naam van Jezus Christus tot vergeving van hun zonden (Handelingen 2:38) en die daarna in het onderwijs der apostelen blijven volharden.
Een gemeente die daarin niet blijft volharden, is niet de gemeente van Christus.
Zoals Paulus aan de gemeente van de Tessalonicenzen schreef: "En hierom danken ook wij God onophoudelijk, dat gij, toen gij het gepredikte woord Gods van ons hebt ontvangen, het hebt aangenomen niet als een woord van mensen, maar, wat het inderdaad is, als een woord van God, dat ook werkzaam is in u, die gelooft. Want gij, broeders, zijt navolgers geworden van de gemeenten Gods in Christus Jezus, die in Judea zijn" (1 Tessalonicenzen 1:13,14).
De gemeente waarvan Christus het Hoofd is, bestaat uit mensen die een levend geloof in Gods woord hebben, en die navolgers zijn van de gemeenten van Christus waarover wij in het Nieuwe Testament lezen.
Een gemeente die op woorden van mensen gebouwd is, is niet de gemeente van Christus.
De satan heeft ervoor gezorgd dat de wereld nu vol is met valse kerken en geloofsgemeenschappen die beweren van Christus te zijn. Ze hebben allemaal iets gemeenschappelijks. Zij zijn op het woord van mensen gebaseerd i.p.v. op het woord van God. Wat Jezus aan de schijnheiligen van zijn tijd zei, is ook op valse christenen van toepassing: "Huichelaars, terecht heeft Jesaja over u geprofeteerd, zeggende: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn" (Matteüs 15:7-9).
"Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt."
"Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt."
"Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt."
"Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt."
"Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt."
"Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt."
"Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt."
Zeven keer vinden we deze woorden in Openbaring (2:7,11,17,19; 3:6,13,22). Blijkbaar is het belangrijk dat wij luisteren naar wat de Geest tot de gemeenten zegt!
Een gemeente die niet luistert is niet de gemeente waarvan Christus het Hoofd is.
Ook in de eerste eeuw waren er mensen die wel beweerden van Christus' gemeente te zijn, terwijl zij eigenlijk niet in verbinding met het Hoofd stonden. "Laat niemand u de prijs doen missen door gewilde nederigheid en engelenverering, als ingewijde in wat hij heeft aanschouwd, zonder reden opgeblazen door zijn vleselijk denken, terwijl hij zich niet houdt aan het hoofd, waaruit het gehele lichaam, door pezen en banden ondersteund en samengehouden, zijn goddelijke wasdom ontvangt" (Kolossenzen 3:18,19).
Een gemeente die zich niet aan het Hoofd houdt, is niet van Christus.
Roy Davison
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de Nieuwe Vertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 1951 (tenzij anders aangeduid).