In het gezin en in de gemeente heeft God mannen als leiders aangesteld.
Nadat Adam en Eva hadden gezondigd, stelde God de man aan als
leider in het gezin: Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermeerderen
de moeite uwer zwangerschap; met smart zult gij kinderen baren en
naar uw man zal uw begeerte uitgaan, en hij zal over u heersen
(Genesis 3:16).
De leiderspositie van de man in de gemeente wordt aldus door
Paulus gestaafd: Want eerst is Adam geformeerd, en daarna Eva. En
Adam heeft zich niet laten verleiden, maar de vrouw is door de
verleiding in overtreding gevallen (1 Timoteüs 2:13, 14).
Gods aanstelling van de man als leider berust dus (1) op de
volgorde van de schepping en (2) op de zondeval, dus niet op
voorbijgaande culturele omstandigheden, zoals soms wordt beweerd.
De man is het hoofd van zijn vrouw.
Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here, want de
man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is zijner
gemeente; Hij is het, die zijn lichaam in stand houdt. Welnu, gelijk de
gemeente onderdanig is aan Christus, zo ook de vrouw aan haar man,
in alles (Efeziërs 5:22 t/m 24).
Het hoofd leidt het lichaam. Maar dit veronderstelt dat het lichaam
naar het hoofd luistert. Anders is het een lichaam zonder coördinatie,
een lichaam dat niet goed functioneert. Maar er is ook terugkoppeling
van het lichaam naar het hoofd, waarnaar het hoofd moet luisteren.
Indien het hoofd de hand iets heets laat oppakken, zal het hoofd
daarover te horen krijgen!
Leiding geven aan een vrouw is een boeiende uitdaging en een
grote verantwoordelijkheid. Er zijn geen leiders zonder volgers.
Daarom de vermaning: Vrouwen, weest uw man onderdanig, gelijk
het betaamt in de Here (Kolossenzen 3:18).
Maar wat als de man tekort schiet? Evenzo gij, vrouwen, weest uw
mannen onderdanig, opdat, ook indien sommigen aan het woord niet
gehoorzaam zijn, zij door de wandel hunner vrouwen zonder woorden
gewonnen worden, doordat zij uw reine en godvrezende wandel
opmerken (1 Petrus 3:1, 2).
Dit betekent geenszins dat de man zijn leiderschap mag
misbruiken: Zo zijn [ook] de mannen verplicht hun vrouw lief te
hebben als hun eigen lichaam (Efeziërs 5:28).
Persoonlijk wil ik jullie mannen aanmoedigen je vrouw te
waarderen. De vrouw heeft geen gemakkelijke positie in het gezin.
Ik waardeer Rita hoe langer hoe meer, wat betekent dat ik haar in
het verleden niet voldoende heb gewaardeerd! Wij zijn slechts 48 jaar
getrouwd, maar wij kennen elkaar al 63 jaar, vanaf de middelbare
school.
Het is ook goed om aan die waardering uiting te geven, wat voor
mannen soms moeilijk is. Wij mogen niet zijn zoals de boer in Carl
Sandburgs The People, Yes die aan zijn vrouw zei: Als ik eraan
denk hoeveel jij voor mij al die jaren betekent, is het moeilijk voor
mij om daarover niets te zeggen.
Zowel man als vrouw geeft leiding aan de kinderen.1
In de gemeente heeft God mannen als leiders aangesteld.
Jezus, het Hoofd van de gemeente, is een man. De twaalf
apostelen zijn mannen. Oudsten en dienaren zijn mannen, aangezien
zij de man van één vrouw moeten zijn (1 Timoteüs 3:2, 12).
Als leiders in de gemeente hebben mannen een zware
verantwoordelijkheid. Paulus zei aan de oudsten te Efeze: Ziet dan
toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de Heilige Geest u tot
opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich
door het bloed van zijn Eigene verworven heeft (Handelingen
20:28).
Een oudste moet zich houden aan het betrouwbare woord naar de
leer, zodat hij ook in staat is te vermanen op grond van de gezonde
leer en de tegensprekers te weerleggen (Titus 1:9).
Ouderlingen worden door Petrus gelast: Hoedt de kudde Gods, die
bij u is, niet gedwongen, maar uit vrije beweging, naar de wil van
God, niet uit schandelijke winzucht, maar uit bereidwilligheid, niet als
heerschappij voerend over hetgeen u ten deel gevallen is, maar als
voorbeelden der kudde (1 Petrus 5:2, 3).
Jongeren dienen zich aan de oudsten te onderwerpen: Evenzo gij,
jongeren, onderwerpt u aan de oudsten. Omgordt u allen jegens
elkander met nederigheid, want God wederstaat de hoogmoedigen,
maar de nederigen geeft Hij genade (1 Petrus 5:5).
Enige beperkingen worden aan vrouwen opgelegd.
De vrouwen vervullen uiterst belangrijke taken in de gemeente.2
Als onderbouw van Gods aanstelling van mannen als leiders worden
echter enige beperkingen aan vrouwen opgelegd.
In de verschillende teksten onderscheiden wij drie beperkingen die
wij afzonderlijk zullen bespreken: (1) in de samenkomst moeten
vrouwen zwijgen, (2) zij mogen aan mannen geen onderricht geven,
en (3) zij mogen geen gezag over mannen voeren.
In de samenkomst moeten de vrouwen zwijgen.
Zoals in alle gemeenten der heiligen moeten de vrouwen in de
gemeenten zwijgen; want het is haar niet vergund te spreken, maar
zij moeten ondergeschikt blijven, zoals ook de wet zegt. En als zij iets
willen te weten komen, moeten zij thuis haar mannen om opheldering
vragen; want het staat lelijk voor een vrouw te spreken in de
gemeente (1 Korintiërs 14:34, 35).
Deze maatregel was voor alle gemeenten,3 al waren er verschillen
in gewoonten tussen Joden, Grieken en Romeinen.
Deze teksten zijn gemakkelijk te verstaan maar moeilijk voor
sommigen te aanvaarden.
Soms worden ze botweg verworpen. Toen een vrouwelijke dominee
op televisie werd gevraagd wat zij van deze tekst dacht, antwoordde
zij: “Ik veeg mijn broek eraan.”
Wie toch de indruk wil geven de Schrift te volgen, neemt zijn
toevlucht tot drogredenen.
Er zijn er die beweren dat ‘zwijgen’ hier ‘zich rustig houden’
betekent en dat ‘spreken’ ‘luidruchtig spreken’ betekent, en dat de
vrouwen wel mogen spreken indien ze rustig spreken! Ten eerste, dit
klopt niet met het verband want het gaat om een verschil tussen
mannen en vrouwen. Mogen de mannen dan wèl luidruchtig spreken?
Ten tweede, wie Grieks kent, weet dat deze de gewone woorden zijn
voor zwijgen4 en spreken5. (Voor meer inlichtingen, zie de
eindnota’s.)
Om de leidersrol van de mannen te staven, en om alle misverstand
te vermijden, worden de vrouwen bevolen in de samenkomst te
zwijgen.
Dit geldt niet voor het zingen samen, want dan oefenen de
vrouwen geen leiding of gezag uit, maar volgen de broeder die de
samenkomst leidt. Het zou echter wel verkeerd zijn voor een vrouw
solo te zingen of aan de leiding van het gezang deel te hebben.
Wat van vrouwen die profeteerden? Filippus had vier ongehuwde
dochters die profeteerden (Handelingen 21:9). Paulus spreekt over
vrouwen die profeteerden (1 Korintiërs 11:4 t/m 10).
Sommigen misbruiken deze voorbeelden om het bevel te
ontzenuwen dat vrouwen in de samenkomst moeten zwijgen. Er
wordt echter nooit gezegd dat vrouwen in de samenkomsten
profeteerden. Wie dit beweren, passen de Schriften niet bij elkaar,
maar rukken de Schriften uit elkaar! Meerdere teksten voegt men
samen op basis van wat er wel staat. Zij mogen niet met elkaar in
botsing gebracht worden door iets toe te voegen dat er niet staat.
Aangezien vrouwen in de vergadering niet mogen spreken, en
aangezien vrouwen aan mannen geen onderricht mogen geven, was
hun profeteren beperkt tot het onderrichten van vrouwen buiten de
samenkomst.
Vrouwen mogen geen onderricht aan mannen geven.
Een vrouw moet zich rustig, in alle onderdanigheid, laten
onderrichten, maar ik sta niet toe, dat een vrouw onderricht geeft of
gezag over de man heeft; zij moet zich rustig houden. Want eerst is
Adam geformeerd, en daarna Eva. En Adam heeft zich niet laten
verleiden, maar de vrouw is door de verleiding in overtreding
gevallen (1 Timoteüs 2:11 t/m 14).
Dit verbod staaft alweer de leidersrol die God aan mannen heeft
toegewezen. Aangezien mannen de leiding hebben, mogen vrouwen
geen onderricht of leiding geven waar mannen aanwezig zijn.
Ook buiten de samenkomst, mag een vrouw niet als een leraar van
mannen optreden. Deze beperking wordt niet overtreden wanneer
een vrouw onderricht aan vrouwen of kleine kinderen geeft.
Indien in een bijbelstudie, die geen deel van de samenkomst
uitmaakt, toegelaten wordt dat vrouwen op een onderdanige wijze
vragen stellen of opmerkingen maken, dient de studie zelf toch door
een man geleid te worden.
Dit betekent geenszins dat een man nooit iets van een vrouw mag
leren! Apollos is daar een voorbeeld van. En een zekere Jood,
genaamd Apollos, geboortig uit Alexandrië, een geleerd man,
doorkneed in de Schriften, kwam te Efeze. Deze was ingelicht
omtrent de weg des Heren en, vurig van geest, sprak en leerde hij
nauwkeurig hetgeen op Jezus betrekking had, ofschoon hij alleen wist
van de doop van Johannes. En deze begon vrijmoedig op te treden in
de synagoge. En toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen zij hem
tot zich en legden hem de weg Gods nauwkeuriger uit (Handelingen
18:24 t/m 26).
Merk op dat zij hem ‘tot zich’ namen en dat zij Gods weg
nauwkeuriger ‘uitlegden’. Deze uitdrukkingen beschrijven een
informele gelegenheid.
Deze tekst wordt soms verkeerd toegepast om een vrouw, of een
man en vrouw samen, een gemengde bijbelklas te laten leiden. Bij
het geval van Apollos was er echter geen leraar-leerling verhouding.
Wel toont het voorbeeld van Aquila en Priscilla aan, dat een
christelijke echtpaar een prediker bij zich mogen uitnodigen en hem
de weg des Heren nauwkeuriger uitleggen! Vele predikers hebben aan
dergelijke hulp voordeel gehad!
Oudere vrouwen geven wel onderricht aan jongere vrouwen. Oude
vrouwen eveneens, priesterlijk in haar optreden, niet kwaadsprekend,
niet verslaafd aan veel wijn, in het goede onderrichtende, zodat zij de
jonge vrouwen opwekken man en kinderen lief te hebben, bezadigd,
kuis, huishoudelijk, goed en aan haar man onderdanig te zijn, opdat
het woord Gods niet gelasterd worde (Titus 2:3 t/m 5).
Vrouwen mogen geen gezag over mannen voeren.
Ik sta niet toe, dat een vrouw onderricht geeft of gezag over de
man heeft (1 Timoteüs 2:12).
Alweer is deze beperking gewoon een gevolg van Gods aanstelling
van mannen om de gemeente te leiden. Leiderschap is niet tot de
samenkomst beperkt. Net zoals een vrouw aan mannen geen
onderricht mag geven, mag zij ook geen gezag over mannen voeren.
Daarom gaan de mannen vóór in gebed in een gemengde
bijbelstudie, hoewel vrouwen aan het gesprek deelnemen.
Sommigen proberen het te rechtvaardigen wanneer vrouwen aan
een ‘kettinggebed’ in een gemengde groep meedoen, door te
beweren dat iedereen gewoon zijn persoonlijk gebed opzegt en geen
leiding aan anderen geeft. Volgens Jezus moeten echter persoonlijke
gebeden in het privaat gezegd worden (Matteüs 6:6).
Volgens Paulus dienen groepsgebeden verstaanbaar te zijn opdat
allen daarop ‘amen’ kunnen zeggen (1 Korintiërs 14:15, 16). De
gedachten van de groep worden geleid door degene die het gebed
opzegt. Dus, ook buiten de samenkomst moeten de gebeden van een
gemengde groep door mannen geleid worden.
Wanneer een gemeente oudsten heeft, worden de beslissingen
uiteraard door de oudsten gemaakt, die mannen zijn. Waar een
gemeente geen oudsten heeft, aangezien de vrouwen geen gezag
over mannen mogen uitoefenen, moeten beslissingen door de
mannen van de gemeente gemaakt worden.
De leiderschap van mannen wordt met de leiderschap van
Christus vergeleken.
Dit geldt zowel in het gezin als in de gemeente.
Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here
(Efeziërs 5:22).
Aan de gemeente te Korinte, waar sommige vrouwen weerspannig
waren, schreef Paulus: Ik wil echter, dat gij dit weet: het hoofd van
iedere man is Christus, het hoofd van de vrouw is de man, en het
hoofd van Christus is God (1 Korintiërs 11:3).
De leiderschap van de man betekent niet dat hij een tiran mag zijn.
Hij zelf is onder het gezag van Christus. Zijn leiderschap moet in
overeenstemming met Gods woord zijn. Hij heeft geen recht Gods
woord tegen te spreken. In een dergelijk geval is de verklaring van
Petrus aan de Joodse leiders van toepassing: Men moet Gode meer
gehoorzamen dan de mensen (Handelingen 5:29).
Laten wij Gods beschikkingen eerbiedigen.
God heeft de man aangesteld als hoofd van de vrouw, en mannen
als leiders in de gemeente. Dit heeft tot gevolg dat vrouwen geen
onderricht aan mannen mogen geven, geen gezag over mannen
mogen uitoefenen, en in de samenkomsten niet mogen spreken.
Beslissingen voor de gemeente worden òf door de oudsten gemaakt
òf, indien zij ontbreken, door de mannen van de gemeente. In het
gezin en in de gemeente heeft God mannen als leiders aangesteld.
Amen.
Roy Davison
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).
Voetnotas