Leid ons niet in verzoeking

Jezus leerde Zijn volgelingen bidden: “Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze” (Matteüs 6:13).


Wat is verzoeking?

Verzoeking is een verlokking of verleiding iets verkeerds te doen om genot, gemak of voordeel te bekomen.


Waar komt de verzoeking vandaan?

De satan is de verzoeker. Paulus was om de Tessalonicenzen bezorgd: “Daarom kon ik het ook niet langer uithouden en zond hem om mij te vergewissen van uw geloof, of de verzoeker u misschien verzocht had en onze inspanning vruchteloos zou geworden zijn” (1 Tessalonicenzen 3:5).

Via onze verlangens probeert de satan ons te manipuleren. “Laat niemand, als hij verzocht wordt, zeggen: Ik word van Godswege verzocht. Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking. Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte. Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde; en als de zonde volgroeid is, brengt zij de dood voort” (Jacobus 1:13 t/m 15).

Merk op dat de verzoeking zelf nog geen zonde is. De zonde ontstaat wanneer wij aan de verleiding toegeven.

Iedereen wordt verzocht. Christus heeft niet gezondigd, maar Hij werd wel verzocht. “En Hij werd in de woestijn veertig dagen verzocht door de satan” (Marcus 1:13).


In de Schrift zijn er slechte en goede voorbeelden.

Nadat Eva de leugens van de satan geloofde, zag zij, “dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden, en zij nam van zijn vrucht en at” (Genesis 3:6).

Kaïn was toornig en vermoordde zijn broer (Genesis 4:4 t/m 8).

Door gans de Schrift heen zijn er vele voorbeelden van mensen die voor de verleiding hebben bezweken.

Jozef was een lovenswaardige uitzondering. Toen de vrouw van zijn meester hem verlangend aankeed en zei: “Kom bij mij liggen,” antwoordde hij, “Hoe zou ik dit grote kwaad doen en zondigen tegen God?” Later, toen zij hem probeerde vast te pakken, vluchtte hij uit het huis (Genesis 39:7 t/m 12).


Gebed is noodzakelijk om de verzoeking te weerstaan.

Jezus zegt dat wij om Gods hulp moeten bidden. In het hof zei Hij aan Petrus, Jacobus en Johannes: “Waakt en bidt, dat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak” (Matteüs 26:41). In plaats van te bidden, vielen zij in slaap. Zij verlangden te doen wat juist was, maar later die nacht sloegen al de discipelen behalve Johannes op de vlucht en Petrus heeft Christus verloochend.

Jezus had Petrus gewaarschuwd, “Simon, Simon, zie, de satan heeft verlangd ulieden te ziften als de tarwe, maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet zou bezwijken. En gij, als gij eenmaal tot bekering gekomen zijt, versterk dan uw broederen” (Lucas 22:31, 32). Maar Petrus was overmoedig. “Al zouden allen aanstoot aan U nemen, ik nooit!” (Matteüs 26:33).

Het is gevaarlijk overmoedig te zijn en verleidingen te onderschatten. Zoveel mogelijk dienen wij omstandigheden en activiteiten te vermijden die buitengewone verleidingen met zich meebrengen.

“Daarom, wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valle. Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt” (1 Korintiërs 10:12, 13). Deze is een grote belofte. God beperkt de verzoeking en verschaft een uitweg. “Dan weet de Here de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen” (2 Petrus 2:9).

God zal ons helpen, maar wij moeten op onze hoede zijn. “Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. Wederstaat hem, vast in het geloof” (1 Petrus 5:8, 9). “Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden” (Jacobus 4:7).


Wij moeten geestelijk ingesteld zijn om verzoeking te weerstaan.

De eeuwige geestelijke waarden moeten wij belangrijker achten dan tijdelijke aards genot of winst. Mozes “heeft liever met het volk Gods kwaad verdragen, dan tijdelijk van de zonde te genieten” (Hebreeën 11:25).

“Als wij echter onderhoud en onderdak hebben, dan moet ons dat genoeg zijn. Maar wie rijk willen zijn, vallen in verzoeking, in een strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord” (1 Timoteüs 6:8 t/m 10). Merk op dat de belofte van wereldse rijkdom een valse belofte is. Zij die geld liefhebben, krijgen smart.

De beloften van de verzoeking - de aanlokkende beloften van genot of winst - zijn altijd bedrieglijk. Echt genot en echte winst komen uitsluitend door het goede te doen.


Jezus toont ons hoe wij verzoekingen kunnen weerstaan.

Iedere keer dat Jezus in de woestijn werd verzocht, was zijn antwoord: ‘Er staat geschreven’. Indien wij de Schrift kennen, begrijpen en toepassen zijn wij gewapend om verzoeking te weerstaan.

“Toen werd Jezus door de Geest naar de woestijn geleid om verzocht te worden door de duivel. En nadat Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, kreeg Hij ten laatste honger. En de verzoeker kwam en zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dan, dat deze stenen broden worden. Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat” (Matteüs 4:1 t/m 4).

“Toen nam de duivel Hem mede naar de heilige stad en hij stelde Hem op de rand van het dak van de tempel, en zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelf dan naar beneden; er staat immers geschreven: Aan zijn engelen zal Hij opdracht geven aangaande u, en op de handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot. Jezus zeide tot hem: Er staat ook geschreven: Gij zult de Here, uw God, niet verzoeken” (Matteüs 4:5 t/m 7).

In deze tweede verzoeking, haalt de duivel een paar bijbelteksten aan, die hij uiteraard verkeerd toepast. Jezus antwoordt door te zeggen: ‘Er staat ook geschreven’! Wij moeten de Schrift goed kennen om verzoekingen te weerstaan. Alles wat de bijbel over iets zegt, moeten wij weten, om te vermijden dat we bedrogen worden door een duivel die de Schrift aanhaalt.

“Wederom nam de duivel Hem mede naar een zeer hoge berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid, en zeide tot Hem: Dit alles zal ik U geven, indien Gij U nederwerpt en mij aanbidt. Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan! Er staat immers geschreven: De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen. Toen liet de duivel Hem met rust en zie, engelen kwamen en dienden Hem” (Matteüs 4:8 t/m 11).

De verzoekingen in de woestijn maken de betekenis van het woord ‘verleiden’ duidelijk. De duivel spoort Jezus aan iets verkeerds te doen door dingen te beloven die aantrekkelijk klinken: brood wanneer hij honger heeft, Gods voorzienigheid, heerschappij over de hele wereld. Geen van deze doelen waren voor Jezus verkeerd. Hij had voedsel nodig zoals wij. God had belooft voor Hem te zorgen. En Hij kwam naar de aarde om Koning van koningen en Heer van heren te zijn. Maar de duivel wou hem aanzetten verkeerde dingen te doen om deze doelen te bereiken.


Jezus zal ons helpen de verzoeking te weerstaan.

Hij werd verzocht zoals wij. Hij begrijpt wat het betekent om verzocht te worden. “Daarom moest Hij in alle opzichten aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en getrouw hogepriester zou worden bij God, om de zonden van het volk te verzoenen. Want doordat Hij zelf in verzoekingen geleden heeft, kan Hij hun, die verzocht worden, te hulp komen” (Hebreeën 2:17, 18). “Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze [als] [wij] is verzocht geweest, doch zonder te zondigen. Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd” (Hebreeën 4:15, 16).

Zoals Jezus Petrus heeft vergeven nadat hij Hem had verloochend, is Hij ook bereid ons te vergeven wanner wij, zoals Petrus, spijt voor onze zonden hebben.

“Zalig is de man, die in verzoeking volhardt, want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben” (Jacobus 1:12). Amen.

Roy Davison

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).