Het Geloof

Wanneer men begrijpt wat de liefde Gods is en haar betekenis voor ons mensen, nl. het hoogste goed in ons hart is uitgestort omwille van het geloof in Jezus Christus, laat ons nu verder gaan en onderzoeken welk geloof ons aan deze gave deelachtig maakt.

Tal van mensen vragen zich hoofdschuddend af, "wat is geloof?" In deze wereld staan we temidden een menigte van allerhande geloven en religies, die zich aanbevelen. Maar hoe kan ik weten wat is waarheid en heeft die zin? Hoe kan ik weten dat ik weet?
Schijnbaar vragen weinigen zich nog af: Wat is geloof?

Geloof is vertrouwen in de waarheid van iemands woorden. Maar dit is niet voldoende om zeker te weten. Godsdienstig bekeken is geloof een zeker weten van dingen die men niet ziet, een houding van volstrekte gehoorzaamheid en vertrouwen in God en zijn woord.

In zijn brief aan de Heb.11; beschrijft Paulus uitvoerig wat geloof inhoudt.

1- "Het geloof nu is de zekerheid der dingen waarop men hoopt en het bewijs der dingen die men niet ziet." Dwz. de overtuiging hebben dat vooralleer we iets ontvangen, toch weten, en daardoor hopen, zelfs de verzekerdheid hebben, dat we Gods beloften zullen verkrijgen zonder daarvan nu iets te zien.

2- "Door het geloof verstaan we dat de wereld door het woord Gods tot stand is gebracht, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare." Maw. Paulus erkend dat GOD de Schepper is van alle leven en natuur.

Nu de R.K. kerk officieel de evolutietheorie aanvaard heeft, is er voor hen geen ruimte meer om te geloven in een bovennatuurlijke en onzichtbare GOD die het waarneembare heeft geschapen.

Men kan namelijk niet de materie, die niet kan denken of scheppen, een scheppend vermogen toewijzen zoals de wetenschap dit meent en terzelfdertijd beweren dat GOD dit heeft gedaan! Maw. men verklaart niet te geloven dat GOD geschapen heeft zoals Hij zelf verklaart! Men verklaart zo dat GOD ongeloofwaardig is.

Eenvoudig gezegd: Geloven is GOD voor waarachtig houden volgens de openbaring die HIJ deed in zijn woord. Zonder dat we iets behoeven te zien of te voelen, een levenshouding met een op GOD gerichte gezindheid.

Ieder mens gelooft wel iets; hetzij krantenieuws, tv of radioberichten; hetzij uitspraken van wetenschappers.

De vraag nu is; waarop bouwen wij ons geloof? Is het datgene wat mensen ons te zeggen hebben, of zal het dat zijn wat GOD openbaart in de Bijbel? Wat is de maat van alle dingen in ons denken? Het wordt een omschakelen in ons denken. Paulus schreef: "Hervormt worden door de vernieuwing van ons denken," zoals we lezen in Rom.12:2. GOD heeft iets anders te vertellen dan de mensen. HIJ heeft andere en vooral betere en hogere gedachten. Lees Jesaja 55:8-9.

De brandende levensvraag blijft; willen wij het in ootmoed aanvaarden? Het mag niet de zonde van Eden zijn, een monsterlijke leugen, dat men niet zal sterven en als GOD gelijk zijn, kennende goed en kwaad. Let op dat wij niet in deze hoogmoed vervallen!

Traditioneel zijn we van kindsbeen af, in een of ander geloof ingeplant en opgevoed. Maar geloof ontstaat niet uit traditie, maar door het horen van het evangelie en geloof in GOD. Rom.10:17

Het horen van het evangelie volgt uit lezen van het Gods woord. Dit is de basis van het éne geloof, waaruit één gemeente, en één GOD die Vader is van allen. Ef.4:5
>

Het horen van het evangelie houdt in dat men GOD lief heeft en Hem wil gehoorzamen. Daarom de oproep en waarschuwing in 2Kor.13:5: "Stelt uzelf op de proef, of gij wel in het geloof zijt, onderzoekt uzelf." Daarmee is bedoeld: "Dat éne geloof en die éne GOD." Zodat we de zekerheid zouden hebben dat ons geloof "niet zou rusten op de wijsheid van mensen, maar op de kracht van GOD." Aldus Paulus in 1Kor.2:5

Waarachtig geloof is echter geen natuurlijke of vanzelfsprekende eigenschap van de mens. "Natuurlijke mensen hebben de Geest niet; en, de verstandsmens aanvaardt niet wat van de Geest Gods komt. Zie Judas 19; 1Kor.2:14; Joh.8:47; 14:17.

Jezus zei tot het volk: "Hoe kunt gij tot geloof komen, gij die de eer van elkander behoeft en de eer die van de enige GOD komt, niet zoekt?" Geloof houdt dus in dat men zoekt naar GOD en zijn eer.

In het OT. werd het volk Israël bestendig opgeroepen, de Here hun GOD te zoeken met een oprecht hart. David schreef in Ps.119:2, "Welzalig zij.. die Hem (GOD) van ganser hart zoeken."

Vanuit zijn vrije wil wordt van de mens wel een inspanning gevraagd; want vinden bij het zoeken is niet onvoorwaardelijk. GOD belooft bij monde van de profeet Jesaja: "Dan zult gij Mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij vraagt met uw ganse hart."

"Die bidt, ontvangt, en wie zoekt, die vindt" zegt Jezus.

Toen Jozua het beloofde land binnentrok, gaf GOD hem de geweldige belofte: "Elke plaats die uw voetzool betreden zal, GEEF IK ulieden."

Omdat zoeken en stappen zetten moeite vraagt, troosten veel mensen zich met de gedachte, ja ik geloof wel in een GOD, maar practiseer niet meer. Misschien hopen zij dat indien er een leven na de dood is, het wel in orde zal komen. Zij hopen dan een akkoordje met GOD te maken, want GOD is toch liefde nietwaar!

Helaas, over zulk een geloof zegt Paulus: Zij belijden GOD te kennen maar met hun werken verloochenen zij Hem." Zie Titus 1:16; 1Joh.1:6; 2:4. Geloven is een werkwoord, dat kennis van geloof in GOD uitwerkt, of overeenkomstig doet handelen.

Ook de satan en zijn gevallen engelen geloven, zij geloven ook in een GOD, maar: "Zij sidderen." Hun geloof heeft geen reddende kracht vanwege hun opstand en ongehoorzaamheid aan GOD.

Het geloof dat redt en behoudt is alleen geopenbaard door Jezus Christus. Hij wordt het Woord genoemd dat van de beginne bij GOD was; het woord waarvan Johannes schreef: "In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen." Joh.1:1-4.

Jezus zei tot de joden: "Want indien gij Mozes geloofde, zoudt gij ook in Mij geloven, want hij heeft van Mij geschreven. Maar indien gij zijn geschriften niet gelooft, hoe zult gij mijn woorden geloven?" Joh.5:46-47. In vers 39 zei Jezus dat alle geschriften van Hem getuigen." Paulus schreef hiervan dat; "Elk van GOD ingegeven schriftwoord is nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden..." 2Tim.3:16

Alleen het geloof dat in ootmoed, nederigheid en onderwerping tot GOD zegt: "Heel uw woord is de waarheid..," (Zie Ps.119:160,) zal onze gerechtigheid bewerken; nm.: "De gerechtigheid Gods door het geloof in Jezus Christus." Rom.3:22

Broeders, zusters in het geloof, laat ons daarom voortdurend bidden tot de Heer zoals de apostelen in Lukas 17:11. "Geef ons meer geloof," en het oog daarbij bestendig gericht houden op Jezus, de leidsman en voleinder des geloof." Heb.12:2

Tony Geens

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de Nieuwe Vertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 1951 (tenzij anders aangeduid).