De weg terug

Schuilend voor een bui regen
Hoor ik hoe de natuur spreekt over Gods rijke zegen.
Dan hoor ik de bomen wat fluisteren,
Ik moet echt goed luisteren.
Ze spreken met een stem zeer zacht,
Maar wat ze zeggen komt niet onverwacht.
Eigenlijk weet ik het al heel lang,
Alleen ging er nooit echt mee aan de gang.
De boom waar ik onder schuil voor de bui regen,
Houdt het hemelwater niet langer meer tegen.
Plotseling stopt gelukkig de regen.
Voor mij is dat een hele zegen.
Weldra hoor ik de vogels weer,
Zij zingen een loflied voor hun HEER.
Even later is ook de zon weer terug,
Ik voel zijn warme stralen op mijn rug.
Ik schrik op van een vreemd geluid,
Het klinkt heel fijn maar ook zeer luid.
Dan hoor ik een vogel zeggen,
Je hoeft niet met je zelf te overleggen,
Ook ik heb het geluid gehoord,
En weet dat het de rust heeft verstoord.
Kijk maar eens om je heen,
Je bent hier echt niet alleen.
Nee, ik ben er niet alleen,
Ik zie dieren en de natuur om me heen.
De natuur weet wat ik voel,
En ik besef, alles heeft een doel.
Er komt een bijbelvers bij me boven,
Daarin staat dat ook de natuur God zal loven.
Dat is wat de bomen steeds weer doen,
Of ze nu kaal zijn of mooi groen.
Dan zegt de specht, meneer,
Waarom looft u niet uw HEER?
De specht kijkt me met zijn kopje scheef aan,
Even later komt er ook een koe bij staan.
Dan zegt de koe tegen de specht heel zacht,
Specht, deze vraag had hij niet van je verwacht.
Als je weten wilt waarom, zal ik het je zeggen,
Hoewel ik het niet goed kan uitleggen.
Hij heeft niet genoeg kracht om in HEM nog te geloven,
Daarom, kan hij de HEER niet loven.
Hij doet nog steeds veel op eigen kracht,
In plaats dat hij het van de HEER verwacht.
Ja, denk ik, het is waar wat de koe daar zegt.
Dan heeft hij hard hulp nodig, zegt de specht.
Ja eigenlijk wel, zegt de koe,
Maar weet jij misschien ook hoe?
Wij zijn maar dieren in de natuur,
Hoe zetten wij een mensenhart in vuur?
Voor de HEER die alles heeft volbracht,
En nu alleen nog op zijn schepping "de mens" wacht.
Er zijn veel mensen zoals hij,
Die twijfelen bij het keren van het tij.
Als ze niet op tijd kiezen,
Kunnen ze hun leven verliezen.
De HEER geeft die mensen nog wat tijd,
Zodat ze nog kunnen zeggen "ik heb spijt".
Ja, je heb gelijk, zeg ik dan,
Zeker als de dieren de HERE loven kan.
Ik moet me omkeren en terug gaan,
En weer recht voor mijn HEER gaan staan.
Zolang ik op hem vertouw
Krijg ik, voorzeker geen berouw.
Maar wel het eeuwige leven,
Dat hij ook aan mij wilt geven.
Dank jullie wel alle bij
Mijn hart is weer blij
Ik wil luisteren naar die God
En gaan leven naar zijn gebod.

Paul Kindt