ERFZONDE OF NIET?

INLEIDING
Zijn de baby's in de erfzonde geboren - bevlekt met ongerechtigheid - totaal verdorven in geheel hun natuur? Zal de zoon de ongerechtigheden van zijn vader dragen?
Zo beweren en zo leren vele kerken. De vraag is: hebben zij gelijk?
Wat zegt het Woord Gods aangaande de erfzondeleer?
Jezus zei over bepaalde godsdienstige mensen van zijn tijd: "Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn." (Matteüs 15:9; Marcus 7:7,8 - uit Jesaja 29:13). Is de erfzondeleer van God of van de mensen?

DE ERFZONDE - EEN LEER VAN DE KERKEN

Dit onderwerp is van belang omdat vele kerken in de erfzonde geloven en ook omdat vele andere leerstellingen en kerkelijke inzettingen op de leer van de erfzonde gebaseerd zijn.
Hier zijn enkele kerkelijke formuleringen van de erfzondeleer.
De belijdenis des Geloofs (artikel 15): "Wij geloven, dat door de ongehoorzaamheid van Adam de erfgzonde uitgebreid is geworden over het gansche menschelijke geslacht;welke is eene verdorveneheid der gehele natuur en een erfelijk gebrek, waarmede de kleine kinderen zelfs besmet zijn in hunner moederlichaam, en die in den mensch allerlei zonden voortbrengt, zijnde in hem als een wortel daarvan."
De Dordtsche Leerregels (Hoofdstuk 3, Artikel 2): "Zoodanig als nu de mensch geweest is na den val, zoodanige kinderen heeft hij voortgebracht, namelijk hij, verdorven zijnde, verdorvene; alzoo dat de verdorvenheid..... van Adam op alle zijne nakomelingen..... gekomen is, niet door navolging,...... maar door voortplanting der verdorven natuur."
De Rooms Katholieke Kerk leert: "Sinds de zondeval van Adam wordt ieder mensch met de erfzonde bevlekt geboren....."
Niet alleen de bovengenoemde, maar ook vele andere kerken verkondigen de erfzondeleer.

WAT ZEGT DE BIJBEL?

Jezus zei: "De woorden die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en zijn leven" (Johannes 6:63). Hij zei ook: ".....en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken." (Johannes 8:32).
De apostel Paulus zegt: "toetst alles en behoudt het goede" (1 Tessalonicenzen 5:21). De Bijbel staat vol waarschuwingen, dat men de leer van Gods Woord niet mag veranderen. Het is dus van het allerhoogste belang, dat de Bijbel onderzocht wordt om te zien wat de Heilige Schrift over de zonde leert.

EERBIED VOOR GODS WOORD

Johannes zegt: "Een ieder, die verder gaat en niet blijft in de leer van Christus, heeft God niet" (2 Johannes vers 9). Jezus zegt: "Wie Mij verwerpt en mijn woorden niet aanneemt, heeft een, die hem oordeelt: het woord dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongsten dagen." (Johannes 12:48).
Het evangelie van Christus is de "kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft...." (Romeinen 1:16). Maar het evangelie van Christus PLUS menselijke leer, menselijke geboden en meningen, heeft geen zaligmakende kracht meer.
Paulus schrijft: "....... indien iemand u een evangelie predikt, afwijkend van hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt!" (Galaten 1:9. Zie ook verzen 6-9) En de apostel Johannes geeft de woorden van Jezus aan: "Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek beschreven zijn; en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn." (Openbaring 22: 18-19).
Jezus waarschuwde ook: ".....Elke plant, die mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgeroeid worden." (Matteüs 15:13) Een kerk of enige andere godsdienstige "plant", die niet op Gods Woord gegrondvest is, zal vergaan.

VAN GOD.... OF VAN DE MENSEN?

Is de leer van de erfzonde, alsook van de kinderdoop en van besprenkeling als een vorm van doop, van God of van de mensen? Met bovenvermelde waarheden en waarschuwingen in onze gedachten, laten wij dit onderwerp verder onderzoeken.

WAT LEREN DEZE TEKSTEN?

Er zijn enkele teksten in de bijbel, die de leiders van de kerken gewoonlijk gebruiken om de leer van de erfzonde te proberen te bewijzen. Onder andere halen zij deze aan: Romeinen 3: 9-18; Romeinen 5:12-19; Romeinen 7:21-23; Romeinen 8:5-8; Jesaja 1:5,6; Efezen 2:1-3; Psalm 58:1-12 en Psalm 51:7.
Wat leren deze teksten? De vijf aanhalingen uit het Nieuwe Testament zijn van de apostel Paulus - en wel enkele van de diepste en moeilijkste te begrijpen van zijn brieven. Men denke goed na aan de woorden van de apostel Petrus over de geschriften van Paulus, "..... Daarin is een en ander moeilijk te verstaan, wat de onkundige en onstandvastige lieden tot hun eigen verderf verdraaien, evenals trouwens de overige schriften." (2 Petrus 3:16).
Maar wat zeggen deze teksten uit de Bijbel? In geen één van die teksten, noch ergens anders in de Bijbel, is het woord "erfzonde" te vinden. In geen één van die teksten is de leer van de erfzonde te vinden. Laten wij deze teksten onderzoeken.

(1) Romeinen 3:9-18.
Wat dan? Worden anderen boven ons gesteld? In geen enkel opzicht; wij hebben immers tevoren Joden zowel als Grieken beschuldigd, dat zij allen onder de zonde zijn, gelijk geschreven staat: Niemand is rechtvaardig, ook niet één, er is niemand, die verstandig is, niemand, die God ernstig zoekt. Allen zijn afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die doet wat goed is, zelf niet één. Hun keel is een open graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen; hun mond is van vloek en bitterheid vol; snel zijn hun voeten om bloed te vergieten, verwoesting en ellende zijn op hun wegen, en de weg des vredes kennen zij niet. De vreze Gods staat hun niet voor ogen.
Dit zijn schrikwekkende woorden, die een vreselijke toestand van zekere mensen aantonen. Wie? Gaat dit over kleine baby's of over mensen die zelf voor de zonde gekozen hebben?

DRIE EENVOUDIGE REGELS VAN BIJBELSTUDIE

Naar aanleiding van de bovenstaande vraag, komt men pas te zien, dat hij zekere regels van Bijbelstudie nodig heeft. Met een diep geloof, dat 't volk in 't algemeen de waarheid tot zaligmaking van de ziel, zoals het in de Bijbel staat, kan lezen en verstaan, worden deze drie eenvoudige regels van Bijbelstudie voorgesteld. Laat men altijd vragen:
1. Wie schrijft (en/of spreekt)?
2. Aan wie of voor wie schrijft (en/of spreekt) hij? (Merk ook op in welk tijdperk van Gods verhouding met de mensen het geschreven of gesproken werd - d.w.z. bij de aartsvaders, onder de wet van Mozes, of onder het nieuwe verbond van Christus.)
3. Wat is het doel of het hoofdthema van de spreker (en/of schrijver)? (Om deze vraag te beantwoorden moet men het algemeen doel van het boek, zowel ook het verband van het hoofdstuk of alinea in acht nemen.)
Met deze eenvoudige toch belangrijke regels steeds in gedachte, kan men de leer van een bepaald vers of een alinea (een verband van verzen) of een hoofdstuk van de Bijbel veel duidelijker begrijpen.
De bovengenoemde verzen uit Romeinen (3:9-18) worden thans onderzocht - en de drie eenvoudige regels van Bijbelstudie worden daar op toegepast. Wie dan is de schrijver van het boek? Romeinen 1:1 zegt, dat Paulus, "een dienstknecht van Christus Jezus, een geroepen apostel", de schrijver was. Aan wie schreef hij? Aan "alle geliefden Gods, geroepen heiligen, die te Rome zijn" (Romeinen 1:7). Dus stuurde hij zijn zendbrief aan de christenen te Rome. Maar waarom? Men leest Romeinen 1:16 en 17:
"Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek. Want gerechtigheid Gods wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, gelijk geschreven staat: De rechtvaardige zal uit geloof leven."
Hier ziet men het hoofdthema van het boek aan de Romeinen, namelijk, dat het Evangelie van Christus Gods kracht tot behoud is voor een ieder die gelooft. Onmiddellijk daarop gaat de apostel door om te bewijzen, dat zowel Grieken (d.w.z. niet-Joden) en Joden - in zonde waren. Dus, zonder Christus Jezus en Zijn Evangelie, Gods kracht tot behoud, is iedereen verloren in de zonde. Romeinen 1:18- 32 toont de verschrikkelijke en zondige toestand van de heidenen aan. Maar Paulus houdt niet op. Het tweede hoofdstuk sluit de Joden ook in bij de onrechtvaardigheid. Dan trekt hij zijn conclusie in het derde en vierde hoofdstuk na - namelijk, dat noch Griek noch Jood rechtvaardigheid voor God kan bekomen anders dan door het Evangelie van Christus (d.w.z. geloof in Jezus Christus, die door het horen van het Evangelie komt, plus de gehoorzaamheid des geloofs. Zie Romeinen 1:5 en Romeinen 10:9-17).
Deze verzen van Romeinen 3 - verzen 10 tot en met 18 - zijn aanhalingen uit het Oude Testament. De apostel gebruikt ze om de Joden te laten zien, dat zij ook in de zonde ingesloten waren - volgens hun eigen profeten. Dan brengt hij hen te weten - in de verzen 19 en 20 - dat zij in hun Oud Testamentische (Israëlitische) wet niet gerechtvaardigd konden worden. "Want wet doet zonde kennen". Maar dat wil niet zeggen, dat de wet zelf (de wet door Mozes gegeven) zonde was. Hoe werden deze mensen dan zondaars? Het zou gewoon veronderstelling zijn om te zeggen, dat zij zondig geboren werden - en dusdanig door de erfzonde in zulk een toestand gekomen zijn. Dat zeggen deze verzen niet - noch enige andere verzen. Feitelijk schrijft Paulus hier NIETS over de erfzonde, of de baby's, of de geboorte, of zelfs het ontstaan van de zonde in de mens! Van de andere kant ziet men ook vers 12 - "allen zijn afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden". Hoezo? Niet door een of andere 'erfzonde', maar door hun eigen afwijking - ja bewuste overtredingen van Gods wet.
(2) Romeinen 5:12-19.
"Daarom, gelijk door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben; want reeds vóór de wet was er zonde in de wereld. Maar de zonde wordt niet toegerekend, als er geen wet is. Toch heeft de dood als koning geheerst van Adam tot Mozes, ook over hen, die niet gezondigd hadden op een gelijke wijze als Adam overtrad, die een beeld is van de komende. Maar het is met de genadegave niet zo als met de overtreding; want, indien door de overtreding van die ene zeer velen gestorven zijn, veel meer is de genade Gods en de gave, bestaande in de genade van de ene mens, Jezus Christus, voor zeer velen overvloedig geworden. En het is met het geschenk niet zo als door het zondigen van één; want het oordeel leidde van één overtreding tot veroordeling, maar de genadegave van vele overtredingen tot rechtvaardiging. Want, indien door de overtreding van de ene de dood als koning is gaan heersen door die ene, veel meer zullen zij, die de overvloed van genade en van de gave der gerechtigheid ontvangen, leven en als koningen heersen door de ene, Jezus Christus. Derhalve, gelijk het door één daad van overtreding voor alle mensen tot veroordeling gekomen is, zo komt het ook door één daad van gerechtigheid voor alle mensen tot rechtvaardiging ten leven. Want, gelijk door de ongehoorzaamheid van één mens zeer velen zondaren geworden zijn, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van één zeer velen rechtvaardigen worden."
Hier ziet men de teksten waarop de leer van de erfzonde, wat betreft het Nieuwe Testament, zouden moeten gebaseerd zijn. Maar wat is de juiste betekenis van dit verband?
Het is wel zo, dat men in de Staten Vertaling in vers 18 leest: Zo dan gelijk door één misdaad de schuld gekomen is over alle mensen tot verdoemenis..." In de Nieuwe Vertaling staat er echter: Derhalve, gelijk het door één daad van overtreding voor alle mensen tot veroordeling gekomen is...." De woorden 'de schuld' in de Staten Vertaling staan schuin gedrukt, wat betekent dat zij door de vertalers werden toegevoegd en in de brontekst niet te vinden zijn.
Is de juiste betekenis van deze verzen voor ons zo onduidelijk? Dat er grote gevolgen waren van de zonde van Adam is duidelijk. Dat alle mensen nu stervelijk zijn - ook kleine kinderen - wegens de zonde van Adam is ook duidelijk. Maar er wordt in deze tekst niet gezegd dat de 'zonde' van Adam op zijn kinderen is overgegaan. Dat zou trouwens in strijd zijn met wat wij in Ezechiël 18:20 lezen. "De ziel die zondigt, die zal sterven. Een zoon zal niet mede de ongerechtigheid van zijn vader dragen, en een vader zal niet mede de ongerechtigheid van de zoon dragen. De gerechtigheid van de rechtvaardige zal alleen rusten op hemzelf en de goddeloosheid van de goddeloze zal alleen rusten op hemzelf." Zie ook 1 Johannes 3:4: "Ieder, die zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid."
Toch zeggen de theorieën van de mensen en de kerken, dat de kinderen van Adam (Ja, tot heden toe) de zonde en ongerechtigheden van hun vaders dragen. Hoe kan dat waar zijn, aangezien de zonde een handeling, een misdaad, of een overtreding is (volgens Johannes en Ezechiël)? De overtreding of handeling (zondig of niet) van één persoon kan niet overgedragen worden op een andere persoon - het kan gewoon niet. Het woord 'erfzonde' houdt een tegenstrijdigheid in zich. Per definite is zonde iets dat niet geërfd kan worden!
Wat betekent dan Romeinen 5:18 en 19? Dezelfde tekst zegt : ".....zo komt het ook door één daad van gerechtigheid voor alle mensen tot rechtvaardiging ten leven." Gaat deze rechtvaardiging door Christus zomaar over op alle mensen? Evenmin gaat de zonde van Adam zomaar over op alle mensen. De ongelovigen, de onrechtvaardigen, de dienaars van de duivel - ja, allen die in Christus Jezus niet zijn, zullen het eeuwige leven met God niet hebben. Maar het is evenmin zo, dat Paulus in Romeinen 5:18 en 19 verklaart, dat alle mensen bevlekt met de erfzonde (de schuld van Adams zonde) geboren zijn. Alle mensen krijgen wel de gevolgen van Adams zonde - d.w.z. vleselijke gebreken en de dood (lichamelijk). Zelfs de baby's, en de geesteszieken, en allen, die onverantwoordelijk zijn, zullen sterven - even zeker als diegenen, die vreselijk hebben gezondigd of maar weinig hebben gezondigd. Volgens Paulus, in 1 Korintiërs 15:22: "Want evenals in Adam allen stierven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden."
Lichamelijk sterven alle mensen op aarde omdat Adam zondigde (en niet meer van de Boom des Levens kon eten); maar zo ook zullen alle mensen (goed en kwaad, volwassenen en kinderen) uit de dood opstaan, omdat Christus Jezus, de tweede Adam, opgestaan is.
(3) Romeinen 7: 21-23
"Zo vind ik dan deze regel: als ik het goede wens te doen, is het kwade bij mij aanwezig; want naar de inwendige mens verlustig ik mij in de wet Gods, maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij tot krijgsgevangene maakt van de wet der zonde, die in mijn leden is."
Wie spreekt hier? De Apostel Paulus. Aan wie? De Christenen (Joden en Grieken) te Rome. En waarom? Om de Christenen te laten zien hoe men vrijgemaakt kan worden van de oude wet en van de overweldigende macht van de zonde, hoe men vrijgemaakt kan worden "door Christus Jezus, onze Heer." In dit verband spreekt hij veel (verzen 13 t/m 26) over de strijd in de mens tussen de "inwendige mens" en "de leden", tussen de "wet van mijn verstand" en "de wet der zonde, die in mijn leden is". Spreekt Paulus over zichzelf als baby of als mens die het verschil tussen goed en kwad kent en persoonlijk gezondigd heeft? De verzen bewijzen alles behalve dat de mensen 'verdorven zijn in geheel hun natuur'. Hoewel Paulus zegt, "......ik echter ben vlees, verkocht onder de zonde." (vers 14), kon hij toch ook zeggen: ".....het wensen is wel bij mij aanwezig, maar het goede uitwerken kan ik niet." (vers 18), en "....want naar de inwendige mens verlustig ik mij in de wet Gods." (vers 22), en "....ben ik zelf met mijn verstand dienstbaar aan de wet Gods, maar met mijn vlees aan de wet der zonde." (vers 26)
Dus leert Paulus wel dat er een neiging tot zonde is wegens de vleselijke natuur ("de wet in mijn leden" - d.w.z. mijn vleselijk lichaam), maar eveneens dat er een verlangen tot goed-doen kan zijn in de geest (de "wet van mijn verstand" - d.w.z. mijn inwendige mens).
Dit is heel anders dan de erfzondeleer. Hij spreekt hier over de strijd, die altijd aanwezig is, terwijl de mens in het vlees is. Toch kan men vrijgemaakt worden in Christus Jezus, onze Heer. Hoe zo? "Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid?" (Romeinen 6:16).
(4) Romeinen 8:5-8.
"Want zij, die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid van het vlees, en zij, die naar de Geest zijn, hebben de gezindheid van de Geest. Want de gezindheid van het vlees is de dood, maar de gezindheid van de Geest is leven en vrede. Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens, het kan dat ook niet: zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen."
Hier spreekt Paulus steeds over dezelfde strijd waarover hij in Romeinen 7:13-26 heeft geschreven. Nu moet men vragen, Wie zijn zij, "die naar het vlees zijn" en ook zij "die naar de Geest zijn"? Diegenen die in Christus Jezus zijn gekomen zijn vrij (zie vers 1): "Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods" (vers 2). Zij wandelen niet naar het vlees, maar naar de Geest. Daarom blijven zij niet in vijandschap tegen God, maar zij onderwerpen zich door gehoorzaamheid des geloofs aan het Evangelie van Jezus Christus (d.w.z. ze geloven in Jezus Christus, de Zoon van God, en zij gehoorzamen Zijn heilige wil: "de wet van de Geest des levens").
(5) Jesaja 1:5,6.
"Waar wilt gij nog meer geslagen worden, dat gij voortgaat met af te wijken? Het gehele hoofd is ziek, het gehele hart vol krankheid; van de voetzool af tot de schedel is er niets gaaf; wonden, striemen en verse kwetsuren, die niet uitgedrukt zijn noch verbonden, noch met olie verzacht."
Deze woorden, door de Profeet Jesaja gesproken, aangaande "Juda en Jeruzalem" (vers 1), hebben het niet over een erfzonde - d.w.z. over een geërfde verdorvenheid - maar over de toestand van de Israëlieten als natie. En als natie of als volk waren zij ziek en verdorven geworden - niet door overerving, maar door hun eigen overtredingen van Gods wet. En God had hen gestraft om hun eigen goddeloosheid..... en niet om adams zonde.

(6) Psalm 58:1-12.
"Spreekt gij, goden, inderdaad recht?
Richt gij de mensenkinderen rechtmatig?
Veeleer bedrijft gij euveldaden in het hart,
op aarde weegt gij het geweld uwer handen af.
De goddelozen zijn van de geboorte aan afvallig,
de leugensprekers dwalen van de moederschoot aan.
Hun venijn is gelijk het venijn van een slang;
als en dove adder, die haar oor toesluit,
die niet luistert naar de stem der bezweerders,
noch naar de volleerde belezer
.
O, God, verbrijzel hun tanden in hun mond,
Sla de hoektanden der jonge leeuwen uit, Here;
laten zij vergaan als water dat wegvloeit;
legt hij zijn pijlen aan, dan mogen zij als afgestompt zijn;
laten zij vergaan als een slak die voortkruipend wegsmelt,
als de misdracht van een vrouw, die de zon niet heeft gezien;
voordat uw potten de dorens bemerken,
zowel groen als verschroeid, stormt Hij hen weg.
De rechtvaardige zal zich verheugen,
wanneer hij de wraak aanschouwt;
hij zal zijn voeten wassen in het bloed van de goddeloze.
En de mensen zullen zeggen:
Toch is er loon voor de rechtvaardige,
toch is er een God, die recht doet op aarde.
"
Volgens de godsdienstleiders die de leer van de erfzonde overal in de Bijbel zoeken, hebben zij hier een bewijs dat de baby's in de zonde geboren zijn. Maar deze verzen bewijzen die leer niet. Psalm 58 spreekt over wat geschiedt, nadat zij geboren zijn. De leer van de erfzonde beweert, dat zij (wij allemaal) in de zonde geboren zijn. In Psalm 58 gaat het over leugensprekers: de leugensprekers dwalen van de moederschoot aan (vers 4). De baby's kunnen uiteraard niet spreken. Dan horen wij Davids gebed voor hen: "O, God, verbrijzel hun tanden in hun mond..." (vers 7). Spreekt David hier over baby's? De goddelozen zijn van de geboorte aan afvallig. Waarvan zijn ze afvallig? Van de erfzonde?
(7) Psalm 51:7
"Zie, in ongerechtigheid ben ik geboren,
in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen."
David zegt hier niet dat hij al schuldig was aan zonde bij de geboorte, maar wel dat hij door de zonde omgeven werd bij zijn geboorte. Het gaat hier om de zonde van zijn moeder: "...in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen." Dit hoeft ook niet te betekenen dat David een onwetig kind was, maar alleen dat zijn moeder, zoals iedere volwassen mens, in zonde was toen hij geboren werd.
(8) Efeziërs 2:1-3
"Ook u, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en zonden, waarin gij vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de loop dezer wereld, overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest, die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid, - trouwens ook wij allen hebben vroeger daarin verkeerd, in de begeerten van ons vlees, handelende naar de wil van het vlees en van de gedachten, en wij waren van nature, evenzeer als de overigen, kinderen des toorns."
Van nature waren de Efeziërs kinderen des toorns. Maar gaat deze tekst over hun aard bij de geboorte of over hun aard als volwassen mensen? Zij waren dood geweest in "de overtredingen en zonden" waarin zij "vroeger gewandeld" hadden. Hier staat er geen woord over Adams zon de, maar wel van hun eigen zon den. "Handelende naar de wil van het vlees" bewijst, dat hun eigen daden hen maakten "kinderen des toorns". Door hun eigen zonden waren zij "dood..... door de overtredingen en zonden" ...... en daardoor waren zij "van nature kinderen des toorns". Dus "van nature" betekent niet, dat zij zo geboren werden, maar dat zij door hun eigen toegeven aan "de begeerten des vlees, handelende naar de wil van het vlees" d.w.z. "overeenkomstig de overste van de macht der lucht" (of volgens de wil van de duivel), uiteindelijk zo'n "natuur" (of .... manier van doen en laten) hadden.
Nergens is er in deze teksten een bewijs van de 'erfzondeleer'. Nergens staat er in de heilige Schrift dat een kind de zonde van Adam erft en totaal verdorven is.

TWEE TEGENWERPINGEN
Tot nu toe hebben wij hoofdzakelijk teksten besproken die misbruikt worden in een poging om de erfzondeleer te staven. Er zijn wel andre teksten die duidelijk aantonen dat de erfzondeleer niet waar kan zijn. Voor we die behandelen, zullen we echter eerst twee tegenwerpingen bespreken die men weleens hoort.
I. Eerste tegenwerping: "Er is geen verklaring of uitleg voor de zonden in de mens tenzij men aanneemt, dat de mens door de erfzonde besmet is."
Deze bewering is niet waar, want Adam had geen erfzonde. God was zijn Vader en Schepper. Adam werd rein en goed geschapen, hoewel hij een aardse, stoffelijke, sterfelijke lichaam had - net zo goed vóór de zondeval als daarna. Maar hij werd een zondaar. Hoe? Door de verleiding van de duivel ( in de vorm van een slang) heeft hij Gods positieve wet (verbod) niet meer gehoorzaamd, maar wel de wil van de duivel gevolgd. Maar welke manieren gebruikte de duivel om onze eerste voorouders te verleiden? Genesis 3 geeft de drie manieren waardoor verzoeking en verleiding komt - namelijk, dat de duivel hen heeft overtuigd, dat de boom (der kennis van goed en kwaad) goed was (1) om de vruchten daarvan te zien (begeerlijkheid der ogen) en (2) om de vruchten daarvan te eten (begeerlijkheid des vlezes) en (3) om door het eten van de vrucht daarvan net zo verstandig als God te worden (grootsheid des levens). Dus door de verleiding, op deze drie manieren, werden zij gelovig en gehoorzaam aan de woorden van de duivel. Dus werden zij zondaars door overtreding van Gods positieve wet, waarvan zij heel duidelijk van God hadden gehoord.
Eenmaal gezien en aangenomen, dat Eva en Adam dusdanig zondaars werden, blijft alleen de vraag: Hoe werden de geslachten van Adam en Eva zondaars? Men beweert: Door de zonde van Adam en Eva die in hen allen een verdorven natuur voortgeplant heeft. Zo leren de leerboeken van de Rooms Katholieke kerk en van verschillende Protestantse kerken... Maar zo leert de Bijbel niet! Hoe zo? Leest maar twee duidelijke teksten uit het Nieuwe Testament.
"Laat niemand, als hij verzocht wordt, zeggen: Ik word van Godswege verzocht. Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking. Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte. Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde; en als de zonde volgroeid is, brengt zij de dood voort." (Jakobus 1:13-15)
"Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is. Indien iemand de wereld liefheeft, de liefde des vaders is niet in hem. Want al wat in de wereld is: de begeerte des vlezes, de begeerte der ogen en een hovaardig leven, is niet uit de Vader, maar uit de wereld." (1 Johannes 2:15,16).
Hier ziet men onmiskenbaar hoe de mensen verzocht, verleid en verlokt worden - en ook door dezelfde drie manieren waardoor Adam en Eva verleid werden. Neen, lezer, de vijand is niet de dood - de duivel is niet in slaap gevallen, en zeker niet ontslapen. Ja, alle verzoekingen en verleidingen komen door hem en niet vanwege de erfzonde.

II. Tweede hinderpaal:"De komst van Jezus Christus op aarde was nutteloos, indien er geen erfzonde is".
Dit is ook niet waar. De Bijbel zegt totaal niets over Jezus als een verlosser van de erfzonde. Vóór de tijd wanneer Jezus op aarde kwam, waren er allerlei offers door het volk Israëls geofferd. Maar waar vindt men in het gehele Oude Testament iets over een offer voor de erfzonde? Nergens! Ook in het Nieuwe Testament ziet men de lijsten van de verschillende zonden, MAAR de erfzonde staat er niet in. (Men leze: Romeinen 1:18-32; Romeinen 13:13,14; 2 Korintiërs 12:20; Galaten 5:19-21; Kolossenzen 3:5-9; 1 Petrus 2:1; enz. enz.) Maar de leringen van de kerken beweren, dat "de erfzonde een wortel is".... d.w.z. de oorzaak van alle begeerlijkheden en zonden is. Jammer, voor hen en hun leringen, de Heilige Schrift leert het niet zo! Zal men dan zeggen, dat de Heilige Schrift, het geopenbaard Woord Gods, niet voldoende is? (Men leze: 2 Timoteüs 3:16,17 en 2 Petrus 1:3).
Waarom kwam Christus op aarde? Hij kwam om de mensen van hun eigen zonden te verlossen. Hoe weet men dat? Men kan het in de Bijbel lezen - Gods onfeilbare openbaring voor de mensen.
"Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden." (Matteüs 1:21)
"Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren." (Handelingen 3:19)
"Want Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden, en hun zonden zal ik niet meer gedenken." (Hebreeën 8:12)
"Verdraagt elkander en vergeeft elkander, indien de een tegen de ander een grief heeft; gelijk ook de Here u vergeven heeft, doet ook gij evenzo." (Kolossenzen 3:13)

Dus de vergeving van de zonden van de mensen - hun eigen zonden - komt door Christus, en ALLEEN door Hem, net zoals de opstanding uit de doden alleen door Hem komt. Ziet:
"En indien Christus niet is opgewekt, dan is uw geloof zonder vrucht, dan zijt gij nog in uw zonden." 1 Korintiërs 15:17)
"Jezus zeide tot haar: Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven."
(Johannes 11:25)
Jezus is niet op aarde gekomen om de erfzonde te verlossen, maar om de verlorenen te zoeken en zalig te maken van HUN EIGEN ZONDEN. De erfzonde bestaat niet.

WAT IS DE MENS?
Volgens de Belijdenis des Geloofs zijn de mensen geheel verdorven. "Geheel" heeft geen trappen van vergelijking. Maar de apostel Paulus schreef: "Maar slechte mensen en bedriegers zullen van kwaad tot erger komen, zij verleiden en worden verleid." ( 2 Timoteüs 3:13). Ziet ook 2 Petrus 2:20: "Want indien zij, aan de bezoedelingen der wereld ontvloden door de erkentenis van de Here en Heiland Jezus Christus, toch weer erin verstrikt raken en erdoor overmeesterd worden, dan is hun laatste toestand erger dan de eerste." Vertelt u maar eens - hoe konden deze twee teksten de waarheid zeggen, INDIEN de mensen totaal verdorven (d.w.z. zo boos en slecht mogelijk) geboren werden? Dat kon niet! Daarom is de leer van de erfzonde geen waarheid.
Het is ook niet waar, dat alleen Christenen (diegenen die door geloof en gehoorzaamheid aan het Evangelie van Christus "in Hem" gekomen zijn) goed kunnen doen. Mensen die niet behouden zijn kunnen ook goed doen en zij kunnen zedelijk goed zijn. Cornelius, een hoofdman over honderd in Romeinse leger, was niet behouden, maar in Handelingen 10:2 leest men deze woorden over hem: "een godvruchtig man, een vereerder van God met zijn gehele huis, die vele aalmoezen aan het volk gaf en geregeld tot God bad." En als men het gehele hoofdstuk Handelingen 10 leest, ziet men, dat Cornelius de woorden van het Evangelie van Christus moest horen en geloven en gehoorzamen om zalig te worden. Toch had hij een goed en eerlijk hart vóórdat hij behouden werd. Is het dan mogelijk dat een persoon een GOED en een EERLIJK hart heeft vóór dat hij gereinigd in het bloed van Jezus is? Zo beweert de Heilige Geest door Lukas in Handelingen 10 en 11. En ook in Lukas 8:15: "Dat in goede aarde, dat zijn zij, die met een goed en vroom hart het woord gehoord hebbende, dat vasthouden en vruchtdragen in volharding." (Als men de gehele gelijkenis van het zaad lezen wil, ziet men: Lukas 8:4-15; Matteüs 13 en Markus 4). Daarom kan men niet oprecht leren, dat alle mensen geheel verdorven van natuur zijn geboren.

ZONDE KAN NIET GEËRFD WORDEN
Wat is zonde? Volgens de Bijbel is zonde ongerechtigheid doen of Gods wet overtreden. Ziet 1 Johannes 3:4: "Ieder, die zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid." Ook in 2 Johannes 9: "Een ieder, die verder gaat en niet blijft in de leer van Christus, heeft God niet; wie in die leer blijft, deze heeft zowel de Vader als de Zoon." Zonde is dus geen toestand van de ziel, maar wel een daad - een ongerechtigheid of een overtreding. Het is onmogelijk om een daad te erven. Daarom bestaat er geen erfzonde.

DE GEEST VAN DE MENS KOMT DIRECT VAN GOD
De Bijbel leert, dat de geest van de mens direct van God komt, en daarom kan de mens geen verdorven geest (of ziel) van zijn vleselijke ouders overerven. De mens is twee-zijdig: dierlijk en geestelijk. Het dierlijke gedeelte heeft geen verstand van wat goed of kwaad is, en kan zich aan Gods wet niet onderwerpen. (Zie Romeinen 8:7). Het geestelijk gedeelte strijd tegen het vlees en kan de wet Gods wel verstaan en gehoorzamen. (Zie Romeinen 7:21-23). Daarom heeft de zonde werkelijk alleen met de geest (de innerlijke mens) te maken, want het dierlijk lichaam staat buiten Gods morele of positieve wet en kan die niet overtreden.
De geest van de mens komt van God, die volkomen rein is. Zelfs het verstand vertelt ons, dat een stoffelijk lichaam geen onsterfelijke geest (of ziel) kan scheppen. Dat kan alleen de Oppermacht, God, doen. De Bijbel bevestigt dit feit in de volgende teksten:
"Voorts, de tuchtiging van onze vaders naar het vlees hebben wij ondergaan en wij zagen tegen hen op; zullen wij ons dan niet nog veel meer onderwerpen aan de Vader der geesten, en leven?" (Hebreeën 12:9).
Iedereen kan gemakkelijk zien en begrijpen dat "vaders naar het vlees" en "de Vader der geesten" niet dezelfde zijn. Wie is dan de Vader der geesten?
"Aldus luidt het woord van de Here, die de hemel uitspant en de aarde grondvest, en de geest des mensen in diens binnenste formeert." (Zacharia 12:1).
"... en het stof wederkeert tot de aarde, zoals het geweest is, en de geest wederkeert tot God, die hem geschonken heeft." (Prediker 12:1).
Durft men te zeggen, dat God een mens een verdorven geest geeft, en daarna dezelfde mens straft, omdat zij slecht zijn? Neen, de geest, die van God komt is niet verdorven. Maar de geest van iedere mens komt van God vandaan. Dáárom bestaat er geen erfzonde.

KINDEREN VAN CHRISTELIJKE OUDERS
Als het toch aangenomen was, dat de mens zijn geest (of ziel) erft.... d.w.z. dat het niet direct van God komt.... toch was het geen bewijs voor de leer van de erfzonde. Waarom? Want dan zouden de kinderen van Christelijke ouders reine zielen krijgen. Maar dat geeft de leer niet toe, terwijl het beweert, dat ALLEN met de schuld en verdorvenheid van Adams zonde bevlekt zijn. Men ziet in de Belijdenis des Geloofs (Artikel 15) dat: "Zij (de erfzonde) is ook zelfs door de Doop niet ganselijk teniet gedaan, noch geheel uitgeroeid." Maar de gewone wet van de natuur is: Soort verwekt soort (planten, dieren of mensen). Men krijgt geen bonen als men tarwe zaait. Er worden geen aapjes geboren van de mensen - of andersom. Op geestelijk gebied, wordt men een gereinigd en geheiligd kind van God door een geestelijke verwekking en geboorte. Leest het Woord Gods en ziet.
"....door het geloof hun hart reinigende". (Handelingen 15:9).
"... gij uw zielen door gehoorzaamheid aan de waarheid gereinigd hebt......" 1 Petrus 1:22)
"... en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonden." (1 Johannes 1:7).
Zo lezer, zelfs als de Christelijke ouders eens schuldig aan de erfzonde waren - wat niet waar is - toch zijn zij van alle zonden gereinigd. En als het mogelijk was, dat een zonde geërfd wordt - wat ook niet waar is - dan was het niet mogelijk, dat echte Christelijke ouders enige zonden (de erfzonde ingesloten) in hun kinderen zouden voortplanten! Daarom, ook weer, is de leer van de erfzonde niet waar.


DE KINDEREN ZIJN REIN
De leringen van de mensen, betreffende de zogenaamde "erfzonde", beweren, dat alle kinderen onrein geboren zijn - bevlekt met verdorvenheid. Zij proberen om het te bewijzen om te zeggen: "Ziet U, de zuigelingen, zelf heel kleine baby's, worden boos. Zij huilen en krabbelen en worden gauw kwaad." Is dat dan een bewijs, dat zij totaal verdorven zijn? Indien van wel.... WAAROM GLIMLACHEN ZIJ DAN? En hoe kunnen zij soms gevoelens van liefde en vriendelijkheid tonen? Neen, lezer, het bewijs moet ergens anders gevonden worden! Hier staat het niet!
Aan de andere kant, indien de kinderen geheel verdorven door de erfzonde zijn, dan moeten de mensen ook verdorven worden om in de hemel te komen. Waarom? Leest maar eens de woorden van Jezus: "En Hij riep een kind tot Zich, plaatste dat in hun midden, en zeide: Voorwaar Ik zeg u, wanneer gij u niet bekeert en wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk der Hemelen voorzeker niet binnengaan." (Matteüs 18:2,3). En laat men dan nog eens lezen: "Toen werden er kinderen tot Hem gebracht, opdat Hij hun de handen zou opleggen en bidden; doch de discipelen bestraften hen. Maar Jezus zeide: Laat de kinderen geworden en verhindert ze niet tot Mij te komen, want voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen." (Matteüs 19:13,14). Begrijpt 't goed - deze waren gewone kinderkens, die nog niet bij Jezus gekomen waren. Toch kon Hij verklaren, dat "voor zodanigen het Koninkrijk der hemelen is". Ja, misschien om verschillende redenen - niettemin kon (noch kan) het Koninkrijk der hemelen uit onreine mensen ( of zielen) niet bestaan! Zoudt U niet liever de woorden van Jezus geloven, dan de menselijke leer van de erfzonde?

GEEN SCHULD VAN ADAMS ZONDE
De kinderen van mensen - ja, van Kain, de eerste zoon van Adam en Eva, tot 't laatste kind van Adams geslacht - dragen geen schuld van Adams zonde. De mensen krijgen slechts het gevolg van Adams zonde: vleselijke moeilijkheid en vermoeidheid, ziekte en leed, en de lichamelijke dood. Daar hebben alle mensen deel aan - zonder één uitgezonderd! Maar God is goed en rechtvaardig. Niet alleen goedheid, en liefde en goedertierenheid - maar ook rechtvaardigheid - zit in de geest van god. En hoe kon hij rechtvaardig zijn, terwijl Hij alle mensen strafte omdat één mens gezondigd had? Het kon niet. Maar dat doet God niet. - Zeker straft Hij de mensen niet om de schuld van Adam. De Profeet Ezechiël zegt, dat de zoon zal niet dragen de ongerechtigheid zijns vaders. (Ezechiël 18:20). De mensen (behalve baby's, de geesteszieken en de onverantwoordelijken - die het verschil tussen goed en kwaad niet KUNNEN weten) zullen geoordeeld zijn naar hun eigen zonden, niet naar Adams zonde. Leest U de volgende teksten goed na.
"En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het (boek) des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken. En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken." (Openbaring 20:12,13).
"Maar in uw weerbarstigheid en onboetvaardigheid van hart hoopt gij u toorn op tegen de dag des toorns en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods, die een ieder vergelden zal naar zijn werken..." (Romeinen 2:5,6).
"Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid zijns Vaders, met zijn engelen, en dan zal Hij een ieder vergelden naar zijn daden." (Matteüs 16:27).
"Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad." (2 Korintiërs 5:10)

TEN SLOTTE
Mozes zweeg over de erfzonde. Jezus Christus zweeg over de erfzonde. De apostelen van Christus zwegen over de erfzonde. indien het werkelijk bestaat en een besmetting is waaraan iedereen lijdt, waarom hebben zij ons geen geneesmiddel gegeven? Moeten wij in de erfzonde sterven en naar de hel gaan, zelf nadat wij verlossing van onze eigen zonden in het bloed van Christus gekregen hebben?
Lezer, de waarheid is: De kinderen zijn rein geboren, hoewel tot een lichamelijke dood veroordeeld, omdat Adam zondigde. Maar ONZE woning met God door de eeuwigheid in de hemel hangt er van af, wat WIJ geloven en doen - en NIET WAT ADAM DEED! Amen.

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).