Zingt tot de Heer!

“Ik zal de HERE zingen, zolang ik leef, ik zal mijn God psalmzingen, zolang ik ben” (Psalm 104:33).

God schiep de mens met het vermogen om te zingen. Het gezang geeft woorden vleugels en vertolkt de diepste gevoelens van ons hart.

God heeft het gezang als muziekvorm voor Zijn gemeente voorgeschreven.

Tijdens de historische periode van het Nieuwe Testament en voor zes honderd jaar daarna, was het gezang de enige muziek die in de christenheid voor aanbidding werd gebruikt.

In de muziekterminologie gebruikt men daarom “a capella” (“zoals in de kerk”) als aanduiding voor gezang zonder instrumentale begeleiding.

Pas in 666 na Christus heeft Paus Vitalianus I instrumenten in de afvallige Roomse Kerk ingevoerd.

Christenen hebben niet alleen de opdracht om te zingen, zij worden ook verteld aan wie zij moeten zingen, wat zij moeten zingen, waarom zij moeten zingen, en hoe zij moeten zingen. God aanvaardt niet zomaar alle soorten gezang.


Wat is het zingen?

Bij het zingen vocaliseert men woorden in melodieuze tonen met ritmische klemtoon. De melodie en het ritme verlevendigen de woorden en voegen diepgang aan hun betekenis toe.


Tot Wie zingen christenen?


Christenen zingen tot de Heer!

“Laat het woord van Christus rijkelijk in u wonen, terwijl u in alle wijsheid elkaar leert en terechtwijst met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen en in de genade zingt in uw harten voor God” (Kolossenzen 3:16 Telos); “En spreekt tot elkaar in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, zingend en jubelend in uw hart tot de Heer” (Efeziërs 5:19 Telos). Christenen zingen in aanbidding tot God.

In het Oude Testament hebben gelovigen ook tot God gezongen. Vele elementen van de aanbidding onder het Oude Verbond (zoals het offeren van dieren, het branden van wierook en het bespelen van muziekinstrumenten) hebben geen plaats in de geestelijke aanbidding van het Nieuwe Testament. Het gezang is echter een aanbiddingsvorm onder beide verbonden.

“Ik zal de HERE loven naar zijn gerechtigheid, en de naam des HEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen” (Psalm 7:18).

“Ik zal U loven, HERE, met mijn ganse hart, ik wil al uw wonderen verhalen; in U wil ik mij verheugen en juichen, uw naam psalmzingen, o Allerhoogste” (Psalm 9:2, 3).

“Zingt Hem, psalmzingt Hem, gewaagt van al zijn wonderen” (1 Kronieken 16:9).

“Zingt de HERE, gij ganse aarde, boodschapt zijn heil van dag tot dag. Vertelt onder de volken zijn heerlijkheid, onder alle natiën zijn wonderen” (1 Kronieken 16:23, 24).

Gelovigen zingen tot de Heer!


Wat zingen christenen?

Wij zingen “psalmen, lofzangen en geestelijke liederen” (Kolossenzen 3:16; Efeziërs 5:19).

Daar deze termen overlappen, worden zij soms door elkaar gebruikt. Toch is er enig onderscheid.

Een lofzang is een lied waarin God wordt verheerlijkt. Een psalm is een gedicht dat als aanbidding wordt gezongen. Een geestelijk lied is een lied over een godsdienstig onderwerp.


Waarom zingen christenen?

Christenen zingen om God te verheerlijken, niet om mensen te entertainen. Hoewel christelijk gezang aan God is gericht, dient het ook als een belijdenis van geloof aan ongelovigen, en als onderricht voor gelovigen.


Christenen zingen om God te verheerlijken.

Zoals in meerdere Schriftgedeelten reeds werd vermeld, zingen wij om God te aanbidden en te loven. Wanneer wij onze dankbare stemmen verheffen om God met een lied te loven, worden de gemoederen van anderen ook opgebeurd.


Christenen zingen om hun geloof aan de volken te belijden.

In zijn overwinningslied zegt David, “Daarom loof ik U, o HERE, onder de volken en wil ik uw naam psalmzingen” (2 Samuël 22:50; zie ook Psalm 18:49).

Paulus haalt deze tekst aan als bewijs dat de boodschap van de Messias voor alle volken zou zijn: “Opdat de volken God verheerlijken wegens de barmhartigheid, zoals geschreven staat: ‘Daarom zal ik U belijden onder de volken en uw naam lofzingen’” (Romeinen 15:9).

Jezus heeft lofliederen met Zijn discipelen gezongen (Matteüs 26:30; Marcus 14:26) en nu, tweeduizend jaar later, zingt de gemeente van Christus nog steeds Gods lof als een belijdenis van geloof aan de volken.


Christenen zingen om elkaar te onderrichten.

“Laat het woord van Christus rijkelijk in u wonen, terwijl u in alle wijsheid elkaar leert en terechtwijst met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen en in de genade zingt in uw harten voor God” (Kolossenzen 3:16 Telos).

In een profetische Psalm verklaart de Messias: “Uw naam zal ik aan mijn broeders verkondigen, in het midden der gemeente zal ik U lofzingen” (Hebreeën 2:12).

Ook volgelingen van de Messias onderrichten hun broeders in de gemeente bij het zingen van lofliederen tot God.

Christenen zingen bij andere gelegenheden ook: “Is iemand blij te moede? Laat hij lofzingen” (Jacobus 5:13).

Te middernacht, in een donkere cel van een gevangenis te Filippi, met voeten vast in blokken, met ruggen waarop vele zweepslagen hadden gevallen, “baden Paulus en Silas en zongen Gods lof, en de gevangenen luisterden naar hen” (Handelingen 16:25).

Christenen zingen om God te verheerlijken, als een belijdenis van geloof aan niet-christenen, en om elkaar te onderrichten.


Hoe zingen christenen?

Paulus zegt, “Ik zal lofzingen met mijn geest, maar ook lofzingen met mijn verstand” (1 Korintiërs 14:15).


Christenen zingen met hun geest.

Jezus leert dat ware aanbidding in geest en waarheid moet zijn: “Maar de ure komt en is nu, dat de waarachtige aanbidders de Vader aanbidden zullen in geest en in waarheid; want de Vader zoekt zulke aanbidders; God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid” (Johannes 4:23, 24). Dus moet het gezang, als vorm van aanbidding, in geest en waarheid zijn.

Aanbidding moet uit het hart komen om God te behagen. Daarom zingen en jubelen christenen in hun hart tot de Heer (Efeziërs 5:19); daarom zingen zij tot God met genade in hun hart (Kolossenzen 3:16).

David begreep dat het gezang uit het hart moet komen: “Ik zal U loven, HERE, met mijn ganse hart” (Psalm 9:2).

God luistert naar de toonkwaliteit van het hart, niet naar de toonkwaliteit van de stem.

Christelijk gezang welt op in het hart en stijgt in aanbidding tot God.

Wie een godsdienstig lied zingt om zichzelf te verheerlijken of om anderen te entertainen, in plaats van met de geest tot de Heer, zingt niet op een wijze die God behaagt.


Christenen zingen met hun verstand.

Christelijk gezang is een verstaanbaar melodieus spreken. Men “spreekt tot elkaar in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen” (Efeziërs 5:19 Telos). Men “leert en terechtwijst met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen” (Kolossenzen 3:16 Telos).

Wat bedoelt Paulus met, “Ik zal ... ook lofzingen met mijn verstand” (1 Korintiërs 14:15)?

De vergaderingen te Korinte waren wanordelijk. Mensen spraken in talen die niemand verstond, en meerdere mensen spraken tegelijkertijd.

Bij het behandelen van dit probleem, wordt een belangrijk principe door Paulus beklemtoond: de openbare aanbidding moet verstaanbaar en opbouwend zijn.

“Indien gij met uw tong geen verstaanbare volzin spreekt, hoe zal men het gesprokene begrijpen? Gij zoudt immers in de lucht spreken?” (1 Korintiërs 14:9). “In de gemeente wil ik liever vijf woorden met mijn verstand spreken, om ook anderen te onderwijzen, dan duizenden woorden in een tong” (1 Korintiërs 14:19). “Alles moet tot stichting geschieden” (1 Korintiërs 14:26).

Dit geldt ook voor het gezang, “Ik zal lofzingen met mijn geest, maar ook lofzingen met mijn verstand” (1 Korintiërs 14:15).

Paulus wou met zijn verstand spreken om anderen te onderwijzen. Dus, met het verstand zingen betekent dat men zodanig zingt dat mensen de woorden verstaan en opgebouwd worden.


Geluiden zonder betekenis stichten niet.

“Alles moet tot stichting geschieden” (1 Korintiërs 14:26). Stichting is opbouw, een verbetering in geestelijk inzicht als gevolg van onderricht.

Door dit Schriftwoord weert God geluiden zonder betekenis uit de christelijke vergadering. Geluiden zonder zinvolle inhoud stichten niet.

Dit verklaart waarom God muziekinstrumenten uit de christelijke aanbidding weggelaten heeft. Instrumenten zijn noch geestelijk noch verstaanbaar, zij geven geen onderricht.

Paulus vergelijkt iemand zonder liefde met muziekinstrumenten: “Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet, ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal” (1 Korintiërs 13:1).

Schallend koper en rinkelende cimbalen werden wel in het Oude Testament gebruikt (2 Kronieken 29:25, 26), maar levenloze instrumenten zijn niet geschikt voor aanbidding in geest en waarheid onder het Nieuwe Verbond.

Gods eis: “Alles moet tot stichting geschieden” (1 Korintiërs 14:26) en de eruit voortvloeiende veroordeling van geluiden zonder betekenis in de vergadering, sluiten ook handgeklap uit en het imiteren van instrumenten met de stem. Zulke lichaams- en keelgeluiden zijn niet geestelijk en hebben geen zinvolle inhoud.

Christenen gebruiken de stemmen die zij van God hebben gekregen om met de geest en met het verstand te zingen. Zij bezoedelen hun aanbidding niet met geluiden verstoken van zinvolle geestelijke inhoud.


Wat hebben wij geleerd?

God heeft het gezang als muziek voor Zijn gemeente voorgeschreven. Christenen hebben de opdracht om te zingen en hebben hiervoor nauwkeurige instructies ontvangen. Zij zingen tot de Heer. Zij zingen psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Het gezang dient om God te loven, als een belijdenis van geloof aan niet-christenen, en als onderricht voor gelovigen. Christenen zingen met hun geest en met hun verstand. Het gezongene moet verstaanbaar zijn. Alles moet tot stichting geschieden. Geluiden zonder betekenis stichten niet en zijn ongeschikt voor aanbidding in geest en waarheid.

“Zingt de HERE, prijst zijn naam, boodschapt zijn heil van dag tot dag” (Psalm 96:2). Zingt tot de Heer! Amen.

Roy Davison

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).