Waarom is zondag een bijzondere dag voor christenen?

Zondag is de dag waarop de grootste gebeurtenis in de menselijke geschiedenis heeft plaatsgevonden. Jezus stond op uit de dood op de eerste dag van de week (de aanduiding voor zondag in het Nieuwe Testament)1. “Toen Hij des morgens vroeg op de eerste dag der week opgestaan was, verscheen Hij eerst aan Maria van Magdala” (Marcus 16:9).


Op zondag is Jezus uit de dood verrezen!

Later die dag verscheen Hij aan Kleopas en een andere discipel toen zij naar Emmaüs wandelden. Eerst waren zij verhinderd Hem te herkennen terwijl Hij met hen meeging en de Schriften uitlegde die de dood en opstanding van de Christus hadden voorspeld. “En zij naderden het dorp, waar zij heengingen, en Hij deed, alsof Hij verder zou gaan. En zij drongen sterk bij Hem aan en zeiden: Blijf bij ons, want het is tegen de avond en de dag is reeds gedaald. En Hij ging binnen om bij hen te blijven. En het geschiedde, toen Hij met hen aanlag, dat Hij het brood nam, de zegen uitsprak, het brak en hun toereikte. En hun ogen werden geopend en zij herkenden Hem; en Hij verdween uit hun midden” (Lucas 24:28 t/m 31). Bij het breken van het brood, liet Jezus Zich door hen herkennen.

Al was het laat, keerden zij meteen terug naar Jeruzalem “en zij vonden de elven en die bij hen waren, vergaderd, en dezen zeiden: De Here is waarlijk opgewekt en is aan Simon verschenen. En zij verhaalden wat onderweg gebeurd was en hoe Hij door hen herkend was bij het breken van het brood” (Lucas 24:33 t/m 35). Dit was een toespeling op de maaltijd des Heren, die door christenen op de eerste dag van de week wordt gevierd.

Daarna verscheen Jezus ook aan degenen die daar bijeen waren. ”Toen het dan avond was op die eerste dag der week en ter plaatse, waar de discipelen zich bevonden, de deuren gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus en stond in hun midden en zeide tot hen: Vrede zij u!” (Johannes 20:19).

“Na acht dagen,” wat de volgende zondag was (aangezien de beginnende dag ook werd meegeteld), stond Jezus weer in hun midden terwijl zij vergaderd waren (Johannes 20:26).

De Heilige Geest verklaart dus uitdrukkelijk dat Jezus op de eerste dag van de week is opgestaan en ook dat Hij aan Zijn discipelen verscheen terwijl zij op de eerste dag van de week vergaderd waren.

Behalve bij de schepping van het licht (Genesis 1:3 t/m 5) werd tijdens vierduizend jaar bijbelse geschiedenis de eerste dag van de week nooit genoemd. Maar de Heilige Geest beklemtoont dat Jezus op de eerste dag van de week is verrezen (Matteüs 28:1; Marcus 16:2, 9; Lucas 24:1; Johannes 20:1, 19)2.

De dood, begrafenis en opstanding van Jezus, en de getuigenis van degenen die deze gebeurtenissen meemaakten, vormen het fundament van het christelijk geloof. Paulus schreef: “Want vóór alle dingen heb ik u overgegeven, wat ik zelf ontvangen heb: Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften, en Hij is begraven en ten derden dage opgewekt, naar de Schriften, en Hij is verschenen aan Kefas, daarna aan de twaalven. Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie het merendeel thans nog in leven is, doch sommigen zijn ontslapen. Vervolgens is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan al de apostelen; maar het allerlaatst is Hij ook aan mij verschenen, als aan een ontijdig geborene” (1 Korintiërs 15:3 t/m 8).

Zondag is een bijzondere dag voor christenen wegens de gedenkwaardige gebeurtenissen op die dag!


De Heilige Geest is op zondag gekomen!

Zondag is de dag waarop de Heilige Geest op de apostelen is neergedaald (Handelingen 1:8) en de gemeente werd gesticht (Handelingen 2:47). Deze gebeurtenissen vonden op de Pinksterdag plaats nadat Jezus terug naar Zijn Vader is gegaan (Handelingen 2:1). De Pinksterdag werd gevierd op de dag na de zevende sabbat na het Pascha (Leviticus 23:15, 16), dus op een zondag.


De oorspronkelijke christenen vergaderden op zondag.

In het Nieuwe Testament kwamen christenen op de eerste dag van de week bijeen om Jezus te gedenken, zoals Hij hen had gevraagd, door een brood te delen en de beker rond te geven. Dit werd “brood breken” genoemd.

”En toen wij op de eerste dag der week samengekomen waren om brood te breken, hield Paulus een toespraak tot hen en, daar hij van plan was de volgende dag te vertrekken, zette hij zijn rede voort tot middernacht” (Handelingen 20:7).

Deze tekst leert ons wanneer Nieuwtestamentische christenen vergaderden (op zondag) en waarom zij vergaderden (om aan de maaltijd des Heren deel te nemen).

Met betrekking tot hoe de maaltijd des Heren gevierd moet worden, verwijst Paulus naar de instelling daarvan door Jezus (Matteüs 26:26 t/m 28; Marcus 14:22 t/m 24; Lucas 22:19, 20). ”Want zelf heb ik bij overlevering van de Here ontvangen, wat ik u weder overgegeven heb, dat de Here Jezus in de nacht, waarin Hij werd overgeleverd, een brood nam, de dankzegging uitsprak, het brak en zeide: Dit is mijn lichaam voor u, doet dit tot mijn gedachtenis. Evenzo ook de beker, nadat de maaltijd afgelopen was, en Hij zeide: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, doet dit, zo dikwijls gij die drinkt, tot mijn gedachtenis. Want zo dikwijls gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt” (1 Korintiërs 11:23 t/m 26).

De eerste christenen “bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden” (Handelingen 2:42)3. Ook nu dienen christenen hierin te volharden.


De eerste dag van de week is de dag des Heren.

In Openbaring 1:10 zegt Johannes: “Ik kwam in vervoering des geestes op de dag des Heren4”. Een zeldzame grammatische vorm wordt hier gebruikt. De enige andere plaats in het Nieuwe Testament waar men de possessieve vorm van “Heer” vindt, is in 1 Korintiërs 11:20 in verband met “de maaltijd des Heren” die op de eerste dag van de week werd gevierd.

Letterlijk is dit “de Heers dag” en “de Heers maaltijd”. Zoals dit in het Nederlands wat vreemd klinkt, kwam deze vorm in het toenmalige Grieks ook zelden voor.

In de vroege kerkgeschiedenis gebruikte men deze uitzonderlijke vorm van “de dag des Heren” als aanduiding voor de eerste dag van de week, en deze aanduiding is nu de gewone naam voor zondag in Griekenland.

In de Didaché (geschreven tussen 70 en 120 n.Chr.) staat in sectie 14:1: ”Maar wanneer u op de ‘des Heren dag’5, [de dag] van de Heer, vergaderd bent, moet u het brood breken en de dankzegging geven” (Vertaald uit het Grieks door RD).

Velen beschouwen de zondag als hun dag, een dag waarop zij mogen doen wat zij maar willen! Maar voor christenen is de eerste dag van de week de dag van de Heer, een dag waarop zij met andere christenen samenkomen om hun Heer te gedenken en te aanbidden!


De christelijke vergadering mag niet verzuimd worden.

Omdat Jezus hen vroeg dit te doen, komen christenen op de eerste dag van iedere week samen om elkaar aan te moedigen en om Jezus te gedenken. Dit mag niet verzuimd worden. “En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen” (Hebreeën 10:24, 25).


Op zondag werd een inzameling gehouden.

Dat christenen op de eerste dag van de week naar vermogen iets moesten geven, maakt duidelijk dat de geregelde christelijke vergadering op zondag was. “Wat de inzameling voor de heiligen betreft: volg de regel die ik voor de gemeenten van Galatië heb vastgesteld. Elke eerste dag van de week moet ieder van u naar vermogen iets opzij leggen en het opsparen; anders beginnen de inzamelingen pas wanneer ik kom” (1 Korintiërs 16:1, 2 - Willibrord vertaling).

Dit was niet slechts een plaatselijke regeling aangezien Paulus hetzelfde bevel aan andere gemeenten had gegeven6.

Terloops: het woord “thuis” in de NBG 51 vertaling is niet in de grondtekst. Indien dit thuis gebeurde, was er eigenlijk geen inzameling en waarom moest het op zondag zijn? Dan zouden er toch inzamelingen moeten gebeuren wanneer Paulus kwam, wat hij net wou vermijden.

Op de eerste dag van de week werd een inzameling gehouden7.


De zondag is geen sabbat.

Voor christenen is zondag een bijzondere dag van aanbidding. Op die dag vergaderen zij om brood te breken, maar in de Schrift wordt de eerste dag van de week nooit een sabbat genoemd.

Joden die christenen werden, mochten de sabbat blijven houden (zie Romeinen 14:5, 6). Er is niets verkeerds met uitrusten op zaterdag! Maar het houden van de sabbat was nooit een vereiste voor christenen.

Toen bepaalde Joodse christenen erop aandrongen, dat christenen de wet van Mozes moesten houden, werd dit door de Heilige Geest verworpen (Handelingen 15:28, 29).

Paulus zegt uitdrukkelijk dat men niet op basis van het houden van de sabbat geoordeeld mag worden: ”Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is” (Kolossenzen 2:16, 17)8.


Laat ons aanbidden volgens het Nieuwe Verbond.

Veel onderricht in het Nieuwe Testament wordt middels normatieve voorbeelden gegeven in plaats van via uitdrukkelijke geboden. Een normatief voorbeeld is een voorbeeld dat men dient te volgen.

Hoe men God onder het Nieuwe Verbond behoort te aanbidden, wordt gedeeltelijk door bevelen en gedeeltelijk door voorbeelden bekendgemaakt.

Het vieren van de maaltijd des Heren b.v. werd door Jezus bevolen: “Doet dit tot mijn gedachtenis” (Lucas 22:19). “Dit” in het bevel verwijst terug naar een voorbeeld.

Wanneer Paulus de christenen te Korinte vertelt, hoe zij de maaltijd des Heren moeten vieren, herhaalt hij gewoon het voorbeeld (1 Korintiërs 11:23 t/m 26).

De dag waarop christenen moeten vergaderen om de maaltijd te vieren wordt ook middels voorbeelden aangegeven. Als fundament hiervoor dienen de vele verwijzingen naar de eerste dag van de week bij de opstanding van Jezus, met een voorbeeld van het breken van brood erbij. Ook wordt uitdrukkelijk vermeld dat christenen te Troas op de eerste dag van de week vergaderden om brood te breken (Handelingen 20:7) en het wordt verder bevestigd dat zondag de vergaderdag is door een bevel dat christenen op de eerste dag van de week een inzameling moeten houden (1 Korintiërs 16:1, 2). Dit normatieve voorbeeld van het Nieuwe Verbond werd in de vroege kerkgeschiedenis gevolgd9.


Waarom wordt de bijbelse leer over zondag door velen miskend?

Hoewel de meeste mensen in de christenheid op zondag vergaderen, zijn er weinigen die de maaltijd des Heren wekelijks vieren en op de bijbelse wijze. Wat is nodig om bijbels onderricht te verstaan en juist toe te passen?

Voorbeelden zijn krachtig. Daarom komt het gebruik van voorbeelden als leermiddel in de Schrift veelvuldig voor, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament.

Hoewel de Wet van Mozes meer uitdrukkelijke geboden bevat dan het Nieuwe Verbond, wordt het grootste gedeelte van het onderricht in het Oude Testament ook middels voorbeelden gegeven. Jezus vroeg de Joden: “Hebt gij niet gelezen wat David gedaan heeft?” (Matteüs 12:3) en Hij verwachtte dat zij daaruit bepaalde principes zouden halen. De historische, poëtische en profetische gedeelten van het Oude Testament gebruiken grotendeels voorbeelden om hun boodschap over te brengen.

Gelijkenissen zijn ook voorbeelden. Jezus gaf onderricht via gelijkenissen voor twee redenen: opdat Zijn volgelingen bepaalde waarheden zouden verstaan, maar ook opdat mensen met een verkeerde houding tegenover God, Zijn leer niet zouden verstaan! (Matteüs 13:10, 11).

Geestelijk inzicht is vereist om geestelijk onderricht te verstaan: “Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn, zodat wij het geestelijke met het geestelijke vergelijken. Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is” (1 Korintiërs 2:13, 14).

De meeste mensen in de christenheid negeren bijbels onderricht omdat zij de leer van hun kerkgenootschap volgen i.p.v. het woord van God. Over zulke aanbidders zegt God: “Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn” (Matteüs 15:8, 9).

Iemand met geestelijk onderscheidingsvermogen zal God volgens Zijn woord aanbidden, dat via zowel geboden als voorbeelden leiding geeft.


Op zondag vieren christenen de opstanding van Jezus!

Voor hen is de zondag een heel bijzondere dag, de dag des Heren! Op die dag is Jezus uit het graf verrezen (Marcus 16:9), Hij werd herkend toen Hij met twee discipelen het brood brak (Lucas 24:30, 31) en Hij openbaarde Zich aan Zijn discipelen toen zij vergaderd waren (Johannes 20:19, 26). Op zondag is de Heilige Geest gekomen en de gemeente werd opgericht. Tweeduizend jaar al komen christenen op de eerste dag van de week bijeen om brood te breken en de opstanding van Jezus met vreugde te gedenken. Amen.

Roy Davison

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).

 

Voetnota’s:


1 Volgens Matteüs 28:1 is de eerste dag van de week de dag na de sabbat. Aangezien de sabbat de dag is die wij zaterdag noemen, is zondag de eerste dag van de week.
2 Sommige valse leraars beweren dat de eerste dag van de week gewoon terloops in het Nieuwe Testament wordt genoemd. In gans het Oude Testament wordt de eerste dag van de week nooit “terloops” genoemd. Wel staat er dat God het licht op de eerste dag van de week heeft geschapen (Genesis 1:3 t/m 5). Vele gebeurtenissen in het Oude Testament gebeurden wellicht op de eerste dag van de week, maar dit wordt nooit vermeld omdat het van geen belang is.

Ook tijdens de bediening van Christus tot aan Zijn dood wordt geen enkele vermelding van de eerste dag van de week gemaakt, hoewel men soms kan weten dat iets op de dag na de sabbat is gebeurd (Marcus 1:32 t/m 34; Lucas 4:40, 41). De dag wordt echter niet genoemd omdat die geen betekenis had.

Dus tijdens het beschrijven van meer dan vierduizend jaar menselijke geschiedenis heeft de Heilige Geest nooit zomaar terloops gezegd dat iets op de eerste dag van de week is gebeurd.

Maar bij het beschrijven van één bepaalde dag in de geschiedenis van de wereld, heeft de Heilige Geest duidelijk vermeld dat iets op de eerste dag van de week is gebeurd. In alle vier Evangeliën staat dat Jezus op de eerste dag van de week uit de dood is verrezen!

Deze vermelding van de eerste dag van de week geeft te kennen dat de eerste christenen de opstanding van Jezus wekelijks herdachten. Dit kunnen wij met een vergelijking illustreren. Hoe antwoord u wanneer iemand u vraagt op welke dag u geboren werd? Waarschijnlijk met de dag van het jaar. Iemand in Ghana zou misschien de dag van de week noemen, want daar is de dag van de week waarop men geboren werd heel belangrijk! Die wordt als een deel van de naam gebruikt en wordt geacht de persoonlijkheid te beïnvloeden.

Stel dat overal in het Nieuwe Testament waar er “op de eerste dag van de week” staat, een dag van de maand of van het jaar werd genoemd. Dan zouden wij weten dat die dag voor de eerste christenen van belang was.

Maar de dag van de maand of van het jaar wordt niet vermeld, maar de dag van de week, omdat de eerste christenen de opstanding van Jezus op de eerste dag van iedere week vierden! En vanaf die tijd hebben christenen de opstanding van Jezus op zondag gevierd!


3 Dat het dagelijkse breken van brood in Handelingen 2:46 naar gewone maaltijden verwijst, en niet naar de maaltijd des Heren, stelt men vast uit de vermelding “en gebruikten hun maaltijden met blijdschap” aangezien volgens 1 Korintiërs 11:22 de maaltijd des Heren geen gewone maaltijd is.
4 Sommigen beweren dat “op de dag des Heren” in Openbaring 1:10 naar de dag des oordeels verwijst, die soms in de Schrift “de dag van de Heer” (maar met een andere Griekse constructie) wordt genoemd. Slechts een klein deel van de Openbaring handelt echter over de dag des oordeels, en Johannes was niet “op de dag des oordeels” toen hij de Openbaring ontving! De taalkundige overeenkomst met “de maaltijd des Heren” (1 Korintiërs 11:20) en het gebruik in de vroege kerkgeschiedenis geven te kennen dat “de dag des Heren” in Openbaring 1:10 naar zondag verwijst.
5 Deze is de possessieve vorm van Heer zoals in Openbaring 1:10. De tweede vermelding, “van de Heer,” is in de genitieve vorm wat meer gewoon is, en werd wellicht toegevoegd ter verduidelijking.
6 Hoewel dit voorbeeld betrekking had op een bijdrage voor “de behoeften der heiligen” (2 Korintiërs 9:12), een wekelijkse inzameling werd bevolen die ook voor andere noden gebruikt kon worden zoals een “onbekrompen delen met hen en met allen” (2 Korintiërs 9:13), het “doen wat goed is voor allen, maar inzonderheid voor onze geloofsgenoten” (Galaten 6:10), en het ondersteunen van een evangelist (Filippenzen 4:16).
7 In de vroege kerkgeschiedenis werd een inzameling op zondag gehouden. Bij een beschrijving van de christelijke vergadering op zondag schreef Justinus de Martelaar (110-165 n.Chr.): “En zij die bemiddeld zijn en die gewillig zijn, geven volgens eigen goeddunken, en wat wordt verzameld wordt door de voorzitter bewaard, die voor de wezen en weduwen zorgt, en voor allen die door ziekte of door enige andere oorzaak behoeftig zijn, en voor hen die in de gevangenis zijn, en voor vreemdelingen die onder ons zijn, en in één woord, zorgt voor allen die behoeftig zijn” (Eerste Geloofsverdediging, hoofdstuk 67).
8 Sabbattisten (mensen die leren dat christenen de sabbat moeten houden) beweren dikwijls ten onrechte dat Keizer Constantijn (die van 306 tot 337 n.Chr. heerste) de christelijke aanbiddingsdag van zaterdag tot zondag heeft veranderd. In werkelijkheid heeft Constantijn slechts de bestaande christelijke aanbiddingsdag officieel erkend.

Naast de leer in het Nieuwe Testament, zijn er in de vroege kerkgeschiedenis (lang vóór de tijd van Constantijn) vermeldingen dat christenen de sabbat niet hielden. Zie het geschreven debat van Justinus de Martelaar (110 tot 165 n.Chr.) met de joodse geleerde, Trypho, die de christenen verweet dat ze de sabbat niet hielden (Hoofdstukken 10) en het antwoord van Justinus (hoofdstuk 12). Zie ook Tertullianus (145 tot 220 n.Chr.), die in zijn geschriften tegen Marcian, vermeldt dat de wet van Mozes (sabbat inbegrepen) niet meer van kracht is (boek 5, hoofdstuk 19, de verzen 16, 17).


9 In de vroege kerkgeschiedenis vergaderden christenen op zondag.
Zoals christenen in het Nieuwe Testament op de eerste dag van de week vergaderden om de maaltijd des Heren te vieren, werd dit ook in de vroegste kerkgeschiedenis gedaan! Ons geloof berust op de Schrift, niet op kerkgeschiedenis. Maar vooral de vroege kerkgeschiedenis kan ons soms helpen the Schrift beter te verstaan.
Barnabas (niet de Barnabas in de bijbel), die tussen 120 en 130 n.Chr. een brief schreef, vermeldt dat christenen op zondag vergaderden: “Daarom ook houden wij de achtste dag met blijdschap, de dag waarop Jezus uit de dood herrees” (hoofdstuk 15).
Justinus de Martelaar, die van 110 tot 165 n.Chr. leefde, schreef in zijn Eerste Geloofsverdediging, hoofdstuk 67: “En op de dag genoemd zondag, allen die in steden of op het land wonen, vergaderen op één plaats. ... Zondag is de dag waarop wij allen onze algemene bijeenkomst houden, want die is de eerste dag waarop God, toen hij de duisternis en de stof veranderde, de wereld schiep, en Jezus Christus onze Heiland verrees op diezelfde dag uit de doden.” Justinus vermeldt ook dat de maaltijd des Heren op die dag werd gevierd.
Bardesanes schreef rond 180 n.Chr.: “En wat zullen wij zeggen van die nieuwe ras, van ons christenen, wie Christus bij Zijn komst in ieder land en in ieder gewest heeft gezaaid? Want zie, waar wij ook zijn, worden wij allen na de ene naam van Christus genoemd: christenen. Op één dag, de eerste van de week, komen wij bijeen.”

Deze aanhalingen bespiegelen de bijbelse leer dat volgelingen van Christus op de eerste dag van de week samenkomen om via de maaltijd des Heren Zijn opstanding te gedenken.