Toen ik naar de uitzending keek van de ontmoetingsdag van de protesterende
Katholieken in Nederland, viel het mij op, dat dezelfde zonde begaan werd als in Eden.
Wat was de kern daarvan? Het gezag, de leiding werd becritiseerd. In naam van het evangelie,
van de liefde en van Jezus werd gezegd dat de Kerk zich moest aanpassen aan de 'moderne
noden' van de mens. Hun geestelijke leiders, zoals de paus en de bisschoppen, werden daarom
opgeroepen om de kerkwetten aan te passen. Immers, er werd geuit: de leiders
hadden niet alleen de waarheid in pacht, daar de H. Geest aan allen meegedeeld wordt.
Uit Handelingen 5:32 leren wij echter dat de H. Geest alleen gegeven wordt
aan mensen die God gehoorzamen. Vragen zoals de volgende werden op die
ontmoetingsdag niet gesteld: Wat is de wil van God? Indien iemand God in waarheid liefheeft,
hoe zou hij dan willen denken en handelen?
Spreekt de liefde niet de taal der geliefde? Dienen de leiders te luisteren
naar het woord van het volk, of dienen zowel leiders, als volk, te luisteren naar het woord van
God?
Welk woord moest gehoorzaamd worden in de hof van Eden? In de dagen van
Noach? Bij Sodom en Gomora? Welk woord moest Jona aan Nineve brengen? Welke
woorden sprak Mozes waarop heel het volk antwoordde: "Alles wat de Here
gesproken heeft, zullen wij doen, en daarnaar horen" (Ex. 24:7b). Was het anders
gesteld met Jesaja of enige andere profeet?
Welk woord predikte Jezus? "Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar
de Vader, die Mij heeft gezonden, heeft zelf Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen
en spreken moet. En Ik weet, dat zijn gebod eeuwig leven is. Wat Ik dan spreek, spreek Ik
zó, als de Vader Mij gezegd heeft" (Joh. 12:49,50).
Welk woord predikten de apostelen? Toch het evangelie, het woord des
geloofs. "En ik ben daartoe als een verkondiger en een apostel gesteld - ik
spreek waarheid" (1 Tim. 2:7). "Nabij u is het woord, in uw mond en in uw hart,
namelijk het woord des geloofs, dat wij prediken" (Rom. 10:8).
Welk woord zal oordelen? Jezus zei: "Wie Mij verwerpt en mijn woorden
niet aanneemt, heeft een, die hem oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal
hem oordelen ten jongsten dage" (Joh. 12:48).
Waarin onderscheiden we de leugengeest en de waarheid? "Wij zijn uit
God; wie God kent, hoort naar ons; wie uit God niet is, hoort naar ons niet. Hieraan
onderkennen wij de Geest der waarheid en de geest der dwaling" (1 Joh. 4:6).
"Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord
blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u
vrijmaken" (Joh. 8:31,32) "Als Ik waarheid spreek, waarom gelooft gij Mij niet? Wie uit
God is, hoort de woorden Gods; daarom hoort gij niet, omdat gij uit God niet zijt" (Joh. 8:47).
Het ontroert mij dat vele mensen hun geloof in God en hun liefde voor Jezus
betuigen, terwijl zij aan Christus' woorden voorbijgaan. Het drukt mij dikwijls dat velen door de
god van deze wereld misleidt worden. "Indien dan nog ons evangelie bedekt is, is het
bedekt bij hen, die verloren gaan, ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met
blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid
van Christus, die het beeld Gods is. Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als
Here, en onszelf als uw dienaren om Jezus' wil" (2 Kor. 4:3-5).
Bij deze mensen vind ik niet dezelfde geest des geloofs terug waarvan ik
lees in 2 Kor. 4:13 - "Maar nu wij dezelfde Geest des geloofs hebben, gelijk
geschreven staat: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken, geloven ook wij, en
daarom spreken wij ook." Noch zie ik wat Paulus leert in 2 Kor. 6:14 t/m 7:1 -
"Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen
met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis? Welke
overeenstemming is er tussen Christus en Belial, of welk deel heeft een gelovige samen met
een ongelovige? Welk gemeenschappelijke grondslag heeft de tempel Gods met afgoden?
Wij toch zijn de tempel van de levende God, gelijk God gesproken heeft: Ik zal onder hen
wonen en wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. Daarom gaat weg uit hun
midden, en scheidt u af, spreekt de Here, en houdt niet vast aan het onreine, en Ik zal u
aannemen, en Ik zal u tot Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Here, de
Almachtige. Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden, laten wij ons reinigen van alle
bezoedeling des vlezes en des geestes, en zo onze heiligheid volmaken in de vreze
Gods." De gelovigen zijn een tempel van de levende God. Zij zijn afgezonderd van het
wereldse. Zij heiligen zich voor God.
Er staat zoveel in de H. Schrift i.v.m. waarachtig geloof en de leer van Christus.
Het christen-zijn is veel meer dan alleen een sociaal engagement, of het volgen van een
ethische code, of het behoren bij een of andere kerk.
Een kind van God is in liefde met God verbonden door gehoorzaamheid aan de
waarheid. Niet alleen de waarheid, om de waarheid, maar om de liefde tot de waarheid.
In 2 Tessalonicenzen 2:10-12 lezen wij over mensen die verloren gaan
"omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen
behouden worden. En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen
geloven, opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een
welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid."
Bij oprechte gelovigen is het anders: "Maar wij behoren God te allen tijde
om u te danken door de Here, geliefde broeders, dat God u als eerstelingen Zich verkoren
heeft tot behoudenis, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid" (2 Tes.
2:13).
Ook in Ef. 4:9-16 lezen wij over het verband tussen liefde voor de waarheid en
waarachtig geloof. Het zijn dingen die strikt bij elkaar horen.
Lees over de eerste zonde in Gen. 3:1-19. Satans eerste motief is, smalend
over God te spreken en de waarheid verdraaid voor te stellen: "God heeft zeker wel
gezegd: Gij zult niet eten van enige boom in de hof?" (vers 1). Hier vinden we de aanzet
om God te lasteren, door Zijn woorden bewust te verdraaien. Eva verbeterde wel satans
woorden, maar trapte toch in de val van satans tweede motief. Satan betwist dat God in
waarheid heeft gesproken door te beweren: "Gij zult niet sterven". Behendig wordt er
ingespeeld op 's mensen ijdelheid met de gezegde dat hun "ogen geopend zullen
worden" (vers 6).
Wat houdt satan de mens voor? Dat hij zelf mag beslissen, zonder naar
God te luisteren. Dat hij zich door zijn zintuigen laat leiden. De boom was toch goed om van te
eten, een lust voor de ogen, en begeerlijk om daardoor verstandig te worden.
Uit een hoogmoedige begeerte om 'als God te zijn' dwaalden de mensen van
God af, de satan achterna. Men is slaaf van wie men gehoorzaamt (Rom. 6:16-23).
Door naar anderen te luisteren, die niet naar het woord van God spreken, wordt men een slaaf
van de satan. De eigen oprechtheid wordt hierdoor bedrogen. Zoals in Openbaring 12:9 te
lezen staat, is het de satan die de hele wereld verleidt.
Op vele plaatsen in de Schrift worden wij gewaarschuwd ons niet te laten
verleiden (Luc. 21:8; Matt. 24:4; Rom. 16:18; Ef. 5:6; 2 Tes 2:3; 2 Tim. 3:13;
1 Joh. 2:26; 3:7).
Het is verbazend, dat de oeroude motieven van de satan nog steeds zovele
slachtoffers onder de mensen maken. Volgens de H. Schrift blijkt het, dat de meeste mensen
hun ideeën over God van de satan overnemen. Voor satan mag de mens best religieus
zijn - veel over geloof spreken en zo - als hij maar niet voldoet aan Gods rechteis! Het is de
bedoeling van satan, zijn 'evangelie' te verkondigen om vele mensen te misleiden, zodat
ze met een namaak evangelie tevreden zijn.
Paulus heeft ons voor de misleidingen van de satan gewaarschuwd: "Maar
ik vermaan u, broeders, dat gij hen in het oog houdt, die, in afwijking van het onderwijs, dat gij
hebt ontvangen, de onenigheden en de verleidingen veroorzaken, en mijdt hen. Want zulke
lieden dienen niet onze Here Christus, maar hun eigen buik, en misleiden door hun
schoonklinkende en vrome taal de harten der argelozen. Want uw gehoorzaamheid is bij allen
bekend geworden. Over u verblijd ik mij dus, doch ik wil, dat gij niet alleen wijs zijt tot het goede,
maar ook onbesmet van het kwade. De God nu des vredes zal weldra de satan onder uw voeten
vertreden" (Rom. 16:17-20). "Zelf weet ik, dat na mijn heengaan grimmige
wolven bij u zullen binnenkomen, die de kudde niet zullen sparen; en uit uw eigen midden zullen
mannen opstaan, die verkeerde dingen spreken om de discipelen achter zich aan te
trekken" (Hand. 20:29,30).
Satan is Gods tegenstander, de leugenaar van de beginne (Joh. 8:44), een
verderver en een moordenaar (Joh. 10:1,10). Satan wil ook ons ziften, ons ten val brengen.
Dezelfde motieven die satan gebruikte in de hof van Eden tegenover Eva,
vinden we ook vandaag terug in ons dagelijks leven, op de t.v., in kranten, in tijdschriften.
Smalend wordt er gezegd: "God heeft zeker wel gezegd..." wanneer op een of
andere wijze het geloof in God belachelijk wordt gemaakt. De waarheid die God gesproken
heeft, wordt geloochend. Eva grijpt wel terug naar Gods woord, maar de waarheid daarin wordt
niet gevolgd. Zoals Adam en Eva namen en aten, zo ook vandaag gebruiken vele mensen hun
geloof, of hun kerk, als een soort referentiepunt om hun eigen begeerten te kunnen bevredigen.
Ze slikken maar de leugens van de satan omdat die zo lekker zijn.
Weinige mensen vandaag geloven dat de bijbel bepalend is voor de normen en
leefregels in de huidige maatschappij, die zogezegd 'andere inzichten' heeft dan die van 2000
jaar geleden. Het evangelie wordt wel 'gebruikt,' maar de kracht en inhoud zijn naar eigen
inzichten veranderd en in een theologisch kleedje gestoken.
De oerzonde - als God te willen zijn - zit verscholen in het loochenen dat Gods
Woord de waarheid is. In hun ijdelheid 'met geopende ogen' achten de mensen zich zo
verstandig dat zij het beter weten dan God!
De mens wil zelf bepalen wat goed en kwaad is. De mens heeft wel kennis van
goed en kwaad volgens Gen. 3:22. Maar wanneer hij Gods waarheid verwerpt, kan hij het
goede niet meer doen. Erger nog, hij kan zelfs niet meer tot geloof komen (Matt. 13:19; Luc.
8:12,15; Luc. 13:23-25)!
De ongehoorzaamheid aan Gods evangelie heeft diepgaande gevolgen.
Immers wordt hierin niet God verloochend? Is het dan ook niet: Hem niet liefhebben?
De hoogmoed, begeerte en de ijdelheid zijn produkten van het zondige ego van de mens.
Het eten van een verboden vrucht bracht zulke rampzalige gevolgen mee voor de mensheid,
dat het duidelijk is, dat het niet ging om het fruit zelf, maar om de zonde der ongehoorzaamheid
aan God en zijn Woord, het woord dat toch in liefde en waarheid gesproken is: "Ten dage
dat ge daarvan eet zult ge sterven." God kan geen zonde toelaten, want zonde vloeit voort
uit gebrek aan liefde. Gehoorzamen is beter dan slachtoffers, zei Samuël tegen Saul
(1 Sam. 15:22).
"Nu gij uw zielen door gehoorzaamheid aan de waarheid gereinigd hebt tot
ongeveinsde broederliefde, hebt dan elkander van harte en bestendig lief, als wedergeboren,
en niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van
God" (1 Petr. 1:22,23).
Blijf daarom getrouw aan Gods woord, in hoop en liefde. Zo zal Christus u
rijkelijk de toegang verlenen tot zijn eeuwig koninkrijk (2 Petr. 1:3-11). Hem zij alle eer en
lof. Amen.
Tony Geens